Twee zangers op een coup
Vind je onderstaande interessant? Lees dan Eén erwt maakt nog geen snert – Het Rifgebergte, de dubbele nationaliteit en andere misverstanden [Uitgeverij Van Oorschot]. Hier te koop.
De wereld kent ongelooflijke geschiedenissen. Zoals die van de putsch van Skhirat.
Op 10 juli 1971 vond er in Marokko een couppoging plaats, en die was dusdanig goed georganiseerd dat het mislukken ervan je in hogere of onderwereldse machten doet geloven. Het bizarre verloop van de putsch van Skhirat is door de onvolprezen Gilles Perrault in het boek ‘Een bevriend staatshoofd – Hassan II van Marokko absoluut monarch’ opgetekend. Klik hier voor een summiere beschrijving van de coup.
Onlangs voegde een goede vriend tijdens een etentje een voor mij onbekend en bizar chapiter aan de putsch van Skhirat.
In 1971 leidde Hassan II het land Marokko zoals een dictator het betaamt: moord, corruptie, paranoia en feestjes. Op de tiende juli was het weer bal. Hij was de dag ervoor jarig en zijn 42ste verjaardagsfeestje werd in een van de vele paleizen in de kustplaats Skhirat gevierd.
Een deel van de legertop wilde al een tijd van de doorgedraaide alleenheerser af en pleegde een staatsgreep die niet kon mislukken, maar die dag gebeurden nog meer fabelachtige zaken.
Op het verjaardagsfeest waren een boel notabelen; politici, wetenschappers en artiesten. Ook de voorname Egyptische acteurs-zangers Farid al-Atrash (1910-1974) en Abdelhalim Hafez (1929-1977). Deze artiesten zijn tot op de dag van vandaag wereldberoemd in de Arabische wereld. Ook staan ze symbool voor een periode in de Levant van verlichting en enigszins lossere zeden.
Het was mij onbekend dat die twee sterren bij de putsch van Skhirat waren betrokken. Het geeft de greep naar de macht een bijkomende dimensie.
Op de dag van de staatsgreep zong al-Atrash een speciaal gemaakt lied voor Hassan II in het zomerpaleis. Het is een intrigerend beeld dat al-Atrash, met zijn immer verdrietige gelaat, een happy birthday zingt voor de hypochondrist Hassan.
Daarna vroeg al-Atrash aan zijne doorluchtigheid of hij naar zijn hotel mocht om uit te rusten. Hij kreeg toestemming van de koning en vertrok. Toen al-Atrash in de auto zat, werd hij op het terrein van het paleis staande gehouden door de gearriveerde militairen. Het is niet duidelijk waarom de zanger werd doorgelaten. Een wonder, ya habibi.
Op het feestterrein werden inmiddels tientallen gasten doodgeschoten en vluchtte de koning met zijn ‘vertrouwelingen’ het bekende toilet in. Ik schrijf vertrouwelingen tussen aanhalingstekens, want het jaar daarop pleegden een aantal pleebezoekers zelf een staatsgreep.
De ontwerpers van de coupe van 1971 waren de generaals Medbouh en M’hamed Ababou. Zij kregen waarschijnlijk onenigheid tijdens de greep naar de macht, waardoor de communicatie net als de coup strandde.
Het is nog altijd onduidelijk waarom M’hamed Ababou met een groot aantal cadetten naar de radiostudio’s in Rabat vertrok om het volk te laten weten dat ‘het monarchistische systeem is weggevaagd’, terwijl dat niet het geval was. Het monarchistische systeem had zich op de wc verscholen.
De officieren in opleiding die in de studio aankwamen troffen daar een aantal muzikanten aan. Eén van hen was de populaire Abdelhalim Hafez. Hij had eerder die dag in het zomerpaleis gezongen. Hij was aan het repeteren voor een koningslied dat later opgenomen en uitgezonden zou worden, want ook het volk had recht op de verjaardag van de koning.
Het lied werd nooit opgenomen, na de inval werd wel militaire muziek gedraaid op de radio.
De militairen dwongen Abdelhalim Hafez het republikeinse manifest voor te lezen. De soldaten herkenden de zanger niet, of ze hadden nooit van hem gehoord. Hafez vertelde uit Egypte te komen en dat hij als Egyptenaar niets met de putsch te maken had. Hij had een goed punt concludeerden de coupers. Ook hij kwam er ongedeerd van af.
In de studio werd iemand anders gesommeerd om de republikeinse verklaring te brengen; de blinde componist Abdeslam Amir. De blinde componist zei in de microfoon tegen het Marokkaanse volk dat de koning dood was en dat de republiek leefde. Maar dat bleek nepnieuws.
Asis Aynan