De putsch van Skhirat
Vind je onderstaande interessant? Lees dan Eén erwt maakt nog geen snert – Het Rifgebergte, de dubbele nationaliteit en andere misverstanden [Uitgeverij Van Oorschot]. Hier te koop.
De mislukte staatsgreep van de anti-erdoganisten deed mij denken aan de eveneens gestrande Marokkaanse putsch van 10 juli 1971. Het was de tweede greep naar de macht sinds Hassan II de baas was over Marokko.
Het hoofdstuk ‘De slachtpartij van Skhirat’ uit het boek Een bevriend staatshoofd – Hassan II van Marokko absoluut monarch, waarin de couppoging wordt beschreven, laat zich lezen als een bloedspannende politieke thriller, die vol zit met roddel, laster, intriges en vrienden die elkaar in de rug steken.
Ondanks dat het boek van Gilles Perault een verhelderend werk is, blijf je aan het eind van het duizelingwekkende hoofdstuk achter met een hoofd vol vragen over hoe het uitgekiende julicomplot kon mislukken.
De ene hoofdrolspeler van die tiende juli is generaal Medbouh, hoofd van de militaire hofhouding, en daarmee de daadwerkelijke legerleider. Toentertijd had Marokko nog een minister van defensie, maar die hield zich bezig met verlies-en-winst-rekeningen.
Medbouh keerde zich tegen de ‘jonge’ koning omdat hij niet langer kon aanzien hoe het land door de wetten van corruptie werd geregeerd. Hassan II moedigde de mensen om zich heen aan zo corrupt mogelijk te zijn. Het was een van de verdeel-en-heers-instrumenten.
De andere belangrijkste figuur van de tiende juli is M’hmed Ababou. Gilles Perault noemt in zijn boek Ababou een schoft, omdat hij zoals velen waar mogelijk zich op illegale wijze verrijkte.
Ababou en Medbouh kwamen uit hetzelfde dorp kwamen. De broer van M’hamed Ababou, Mohamed, was eveneens betrokken bij de coup. Voor wie het interessant vindt en Marokkaans of Tamazight spreekt; de onlangs overleden dichter-uitgever Chacha sprak een aantal jaar geleden uitvoerig met de Abdelgani Ababou, de zoon van Mohamed Ababou, die in Utrecht woont, over de staatsgreep. In 2000 maakte Ikon een tv-portret over de zoon van de couppleger. Het zou een prachtige boektitel zijn: De zoon van een couppleger.
Op die tiende juli van 1971 rijden zestig vrachtwagens met 1400 militairen naar Skhirat. Daar vierde de koning zijn verjaardag. In een luxueus park met bungalows, villa’s en een golfbaan aan de Atlantische oceaan ontving Hassan II zijn familie en ministers, ook waren er Franse hoogleraren, dokters en andere notabelen – alleen mannen.
De cadetten sloegen direct aan het moorden en scandeerden de slogan: “Wij zijn het volksleger voor de bevrijding”.
De koning vluchtte met een aantal anderen, waaronder generaal Oufkir, naar het toilet. Generaal Medbouh maakt de grote fout door met Hassan in gesprek te gaan en probeert hem te overtuigen af te treden. De koning is het kind van een dynastie die al honderden jaren regeert, die gaat geen afstand nemen van zijn koningschap op toilet.
Medbouh laat het toilet bewaken door cadetten en vertrekt. Het is onduidelijk wat er vervolgens gebeurt, wel dat Medbouh wordt doodgeschoten. M’hamed Ababou vertrekt met een groot deel van zijn gevolg naar Rabat, waar op de Marokkaanse radio wordt medegedeeld dat ‘het monarchistische systeem is weggevaagd’. Er wordt militaire muziek gedraaid en de volgende leus wordt constant herhaald: “De koning is dood, leve de republiek.” En de president van de nieuwe republiek was Omar el Khattabi, familie van de verzetsstrijder Abdelkarim el Khattabi, die een aantal jaar het staatshoofd was van de Rifrepubliek.
De coup is er een uit het boekje. De koning en zijn familie en zijn belangrijkste ministers worden gevangen gehouden op één plek en de media is handen van de nieuwe orde.
Ondertussen speelt zich er in Skhirat een ongelofelijke geschiedenis af. Ababou heeft veel te weinig militairen achtergelaten op het golflandgoed, minder dan honderd. Ze worden ongeduldig en een groepje onderneemt een poging om de koning te executeren. Door de zenuwen mist degene die de trekker overhaalt raak te schieten. Hassan herpakt zich en zegt tegen de cadet: ‘Waarom kus je me niet de hand.’ De militair kust zijn voeten, hals en hoofd.
Het klinkt allemaal onwerkelijk, maar de militairen lopen terug naar de gijzelaars met de koning in het midden. Hassan begint de eerste soera van de koran op te zeggen. De cadetten reciteren met hem mee.
De putsch is mislukt.
Ababou laat zich door zijn ondercommandant Akka door het hoofd schieten. De andere leden van de revolutieraad worden gevangen genomen en de volgende dag geëxecuteerd, een van hen is generaal Bougrine. Vlak voordat het executiepeloton zijn kogels afvuurt, zegt Bougrine tegen Hassans vertrouweling Oufkir: “Kijk maar uit, Oufkir! De volgende keer ben jij aan de beurt, want ik weet dat je er net zo over denkt als wij!”
Wat waar was, want een jaar later maakte Oufkir deel uit van een nieuwe staatsgreep, die wederom mislukte. De kogels van de twee straaljagers die de koninklijke Boeing 727 toen miste, doen mij ook denken aan de mislukte putsch van de anti-erdoganisten
Asis Aynan
Wil je meer lezen? Lees dan verder in ‘Eén erwt maakt nog geen snert – Het Rifgebergte, de dubbele nationaliteit en andere misverstanden’ [Uitgeverij Van Oorschot].