Tahar Djaout
Op maandag 25 juni 2018 is het twintig jaar geleden dat de zanger-dichter Lounes Matoub is doodgeschoten. Zijn vrouw organiseert om die reden, twee dagen eerder, een herdenkingsconcert in de Parijse club Bataclan. In aanloop naar de herinnering van Lounes Matoub luister ik zijn muziek en lees interviews met hem.
In de burgeroorlog waarin Matoub sneuvelde, vielen vele andere burgers en helden die hun nek uitstaken voor een vrije samenleving.
Aan het begin van 2002 werd op televisie de documentaire Oran, de tweede pest uitgezonden. Ik zag destijds een deel van de film, en bestelde haar onlangs via het onvolprezen Beeld en Geluid. De documentaire in mijn hoofd was een heel andere. Als iemand mij tot vorige week vroeg waar de film overging, dan had ik geantwoord over de moord op de raizanger Cheb Hasni.
In de Van Dale staat bij rai oorspronkelijke ‘Algerijnse bedoeïenenmuziek waarin de liefde wordt bezongen (in de jaren 70 van de twintigste eeuw overgenomen door verstedelijkte jongeren en meer en meer uitgevoerd op moderne westerse popinstrumenten).’ Ik vroeg mij af wat bedoeïenenmuziek was, maar de Van Dale had daar geantwoord op. In Algerije bestaat de bedoeïen niet. Misschien trekken de Imashaghen (Touareg) nog rond in het zuidelijke deel van Algerije, maar dat zal niet lang meer duren. Maar de raimuziek komt niet uit het zuiden, maar uit het noorden. En daar woont iedereen op een vaste plek. Het klopt wel dat in de rai de liefde wordt bezongen, vaak de onbereikbare. Ook de combinatie van synthesizer, bamboefluit, percussie en trompet is typisch rai.
Maar de documentaire handelde niet over de raizanger Cheb Hasni. De film gaat over een patriot, de dichter Brahim hadj Slimane en de muzikant Cheb Hindi, die wel over Cheb Hasni spreekt en zijn graf bezoekt. Ook zien we hoe hij tussen gezellige zatlappen praat over alcohol, muziek en vrouwen, de definitie van rai, volgens Cheb Hindi.
In het gesprek met de dichter Brahim hadj Slimane blijkt hoezeer de schrijver-dichter Tahar Djaout wordt gemist. Slimane haalt hem meerdere malen aan in de documentaire. In 2002 kende ik de schrijver Tahar Djaout nog niet. Pas bij het lezen van de dystopische roman De laatste zomer van de rede, in 2008. Het verhaal dat postuum werd gepubliceerd overrompelde mij compleet. Het was een bliksemschicht bij pikdonkere hemel – in Nrc Handelsblad besprak ik het boek. De laatste zomer van de rede beschrijft het leven van een boekhandelaar, die in een maatschappij woont waar de Wakende Broeders én hun Boek het voor het zeggen hebben. De broeders hebben door hun boze gezicht en boek de zeden naar hun hand gesteld. De Taliban en IS waren door Tahar Djaout beschreven voor hun geboorte.
Een aantal jaar later zette ik de Berberbibliotheek op en daarin publiceerden we De bottenzoekers, een korte roman waarin een adolescent op zoek gaat naar het stoffelijk overschot van zijn broer, die tegen de Franse kolonisator heeft gevochten. Op de literaire avond Shooting the writer vertelde zijn vriend en oud-journalist Harm Botje dat ook hij Tahar Djaout mistte en dat ze een potentiële Nobelprijswinnaar hadden vermoord.
Met de brute moord in 1993 op Tahar Djaout, voor zijn huis, werd de Algerijnse burgeroorlog (1991-2002) ook een oorlog tegen bekende figuren, tientallen schrijvers, muzikanten en intellectuelen werden omgebracht.
Djaout was op 02 juni 1993 het eerste slachtoffer. Het is vandaag twee juni, het is vandaag 25 jaar geleden dat Tahar Djaout werd vermoord.
Zijn stem wordt gemist.
Asis Aynan
Mijn lief
Je verliezen
is terugkeren naar die kale zandvlakte
met golvende beenderen die mijn mond dwarsbomen
is terugkeren naar die gepelde dagen
bezaaid met skeletdoornen
Jij, verloren
ontdoen mijn handen zich van alles wat ze liet kreunen of beven
Zullen mijn lippen immer de sluiers in de lucht raken
Rozendoorns hebben geen nut meer
ze vormen slechts het prikkeldraad dat het gezicht van de mensheid vertolkt
Jij, verloren
zal ik dit kleurloze lichaam zijn
waar angsten zich ophouden
Jij, verloren
stromen zandrivieren door mijn omhelzing
tot de dood zich in de laatste korrel vertoond
(gedicht van Tahar Djaout)