Dialoog betekent…
In een van de klassen op de basisschool, ik weet niet meer precies welke, waarschijnlijk in de midden- of bovenbouw, keken we met de klas naar een documentaire over Indianen.
De televisie bevond zich in een speciaal lokaal, de zwarte kist stond in een metalen kast op hoge poten, met daaronder wieltjes.
In die tijd kende ik het verschil tussen band en wiel niet. Ik zei eens in de klas; de wielen van een auto. De leraar moest lachen. Hij zei dat een fiets wielen heeft, en dat onder een auto banden zaten.
Ik knikte een paar keer ter lering met mijn hoofd.
Er was ook een lokaal dat als bibliotheek fungeerde, maar zo heette dat niet. Het werd documentatiecentrum genoemd. Het woord ‘documentatiecentrum’ kon ik niet uitspreken. Ik sprak het uit als documentairecentrum.
In die Indianendocumentaire werd in de verleden tijd gesproken over Indianen. Ik moet toen voor het eerst het woord ‘uitgestorven’ hebben gehoord. Het woord boezemde mij een grote onbekende angst in.
Ik huilde. Als enige.
Toen de geschiedenis verder trok, las ik jaren later dat de Indianen niet waren uitgestorven, ondanks verwoede pogingen van de nieuwe overheersers, die tot op de dag van vandaag doorgaan.
Op een tentoonstelling van Antje Majewski in Hamburger Bahnhof (Berlijn) werd de film O que nos nutre (Wat koesteren we, 2016) vertoond. Majewski filmt het pijl-en-boog-schieten op de World Indigenous Games (!) in een stadion. Vanaf de tribunes wordt gekeken hoe verschillende Indianen pijlen schieten, terwijl zij uit hun leefgebieden worden verjaagd door de Braziliaanse overheid. Zowel het kijken naar de Indianen, alsof het beesten in een tuin zijn, terwijl zij uit hun leefgebieden worden verjaagd is ongemakkelijk en waarheid.
Een Indiaan zegt in O que nos nutre: ‘Dialoog betekent (uit)sterven.’ Een fascineerde uitspraak, omdat de term dialoog hem aan de Europeanen doet denken, zij die de democratie hebben gebracht, en die democratie heeft alleen maar schade aan de indianenvolkeren gebracht, zoals ik in een podcast hoorde. Ik luisterde in de trein terug uit Berlijn naar de podcast met de titel ‘Huisvrouw op de prairie’.
De vrouw van een hoogleraar, die taal van de Zwartvoetindianen onderzocht – wat een naam – hield een dagboek bij in 1911. In de podcast werd verteld dat Indiaanse kinderen (Canada) door de autoriteiten bij hun ouders werden weggehaald en in internaten geplaatst. De kostscholen waren zover mogelijk van hun stam, zodat hun ouders hen niet konden bezoeken. In het internaat werden de kinderen ontindiaanst en werd door middel van het christendom Europeanen van hen gemaakt. De laatste kostschool die aan deze culturele genocide bijdroeg sloot pas in 1984. De kinderen die op die instituten hebben gezeten werden niet alleen ontdaan van hun taal en cultuur, maar ook door mishandelingen helemaal kierewiet.
Als onmensen keerden ze terug naar hun familie waar ze niet meer inpasten. Daarna raakten veel van hen aan lager wal; het stereotiep beeld van de hedendaagse Indiaan, dat overigens niet klopt.
Wat ook niet juist is, waren de woorden van de basisschooldocent. Het woord ‘fietsband’ bestaat, en een ‘autowiel’ eveneens. Net als de Indiaan.
Asis Aynan