Ergens opgezet zijn
Vrijdagmiddag. Ik las in mijn zjust aangeschafte roman The Riffian (1933) van Carleton S. Coon. Om rustig door te kunnen lezen moest ik eerst het volgende schrijven.
Ik was onbekend met de uitdrukking ergens opgezet zijn met iets. Het stond in ontkennende vorm boven een kort item van de Vlaamse televisie: Marokkaanse ambassadeur niet opgezet met Nomadenreportage.
Hij was dus niet in zijn schik met de reportage Amazigh van actualiteitenrubriek Nomaden, waarin de Riffijnse sociale beweging Hirak aandacht kreeg. Wie de situatie in de Rif volgt, weet dat elke vorm van pers er verboden is, wie het dagelijkse onrecht aan de kaak stelt verdwijnt in een kerker en wie de mogelijkheid heeft vlucht naar Europa. Deze drie zaken worden in de korte reportage getoond.
Sinds kort is de ernst niet alleen tot de Nederlandse politiek doorgedrongen maar is het zelfs beleid geworden. In een zogenoemde herbeoordelingsnota staat dat er achteruitgang is op ‘de gebieden democratisch bestuur, bescherming van het recht op vrijheid en veiligheid van de persoon, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging’. In de nota wordt het land onveilig verklaart voor ‘Hirak Rif-demonstranten en journalisten die over de situatie van Riffijnen schreven’. Omdat ze geen eerlijke processen krijgen en worden gemarteld – hier kom ik op terug.
Ik kan mij niet heugen dat de Nederlandse staat de Rif als zo onveilig heeft gedefinieerd – zelfs onder groothandelaar in wreedheid Hassan zijn er zelfs nooit zulke stevige woorden gebruikt.
De reportage heet Amazigh en ik las her en der dat die titel niet zou stroken met de inhoud, want Amazigh verwijst naar het Amazighvolk en dat leeft in heel Noord-Afrika en niet alleen in de Rif. Dat klopt. Maar eigenlijk is de naam van het televisieverslag correcter dan gedacht. Heel kort. De ‘a’ in Amazigh is een lidwoord. De stam van het woord is Mazigh oftewel Mazix, de x spreek je als ‘gh’ uit. Ten tijde van de achttiende Farao-dynastie werd melding gemaakt van een invasie door het volk Mazuza en Herodotus schreef in zijn The Histories over de Maxyes. Met zowel Mazuza en Maxyes werd hoogstwaarschijnlijk gedoeld op wat we tegenwoordig Riffijnen noemen. En Maxyes en Mazuza ligt weer niet ver van Mauri (bewoner van Mauretania, de huidige Rif), wat weer dicht bij Mazigh staat.
Vraag aan een Riffijn welke taal hij spreekt en de kans is groot dat het antwoord Tamazight is. Geen Riffijns. Vraag wat hij/zij is. Het antwoord zal niet snel Riffijn/Riffijnse zijn, maar Amazigh of Tamazight.
Ik wil maar zeggen, zo verkeerd gekozen is de titel niet.
Terug naar de Marokkaanse ambassadeur in België, die was na het zien van de uitzending dus niet in zijn sas. Hij nodigde de journalist van het programma uit om het een en ander recht te zetten. Op hoge poten zei hij dat de reportage bij elkaar was gemonteerd. Met harde stem, het was bijna schreeuwen, zei de ambassadeur dat de stem van Nasser Zafzafi uit de reportage, die claimde dat hij gemarteld en verkracht was, gefabriceerd was. Het was nep.
Kortom; de ambassadeur was geschandaliseerd, heel Marokko was door het werk van de Vlaamse televisie van haar eer beroofd. Volgens de gezant was Marokko in een slecht daglicht gezet. Het klopt. Er zijn weinig landen met zo veel zon waar het donker blijft.
De ambassadeur probeerde zijn argument te onderbouwen door te zeggen het nu heel goed gaat in de Rif. Buiten dat vorige week weer talloze Riffijnen in de Middellandse Zee verdronken, deed zijn verweer mij denken aan een interview in het blad Idee van D66 vorig jaar met een Marokkaanse schrijver en docent van Universiteit van Amsterdam, die zei dat er geen protest was in de Rif. Volgens de Marokkaanse schrijver en docent van Universiteit van Amsterdam stond maar een ‘klein deel van de bevolking op de barricaden. Neem nu het vliegtuig naar Nador of Alhoceima, als je aankomt ga dan naar je hotel, maak daarna een tochtje. Je zult geen protest zien.’ Het is dezelfde scherts als van de ambassadeur.
Vind je het gek dat je een ommetje kunt maken in Nador of Alhoceima zonder in een protest te komen. Iedereen zit vast, is gemarteld en verkracht. Niemand zal het in zijn hoofd halen om zijn wensen op straat te uiten.
De huidige ambassadeur in België is overigens geen onbekende. In de Volkskrant werd in 2008 de ambassadeur die destijds minister van Marokkanen in het Buitenland was geciteerd: ‘De Marokkaanse gemeenschap in het buitenland moet worden beschouwd als de zeventiende provincie van ons land.’ Om die reden moest de Europese diaspora Arabisch leren. De welbekende Adviesraad van de Marokkaanse Gemeenschap in het Buitenland van Mohammed 6 moest dat project begeleiden. Gelukkig is dat project mislukt.
Ik meen dat ambassadeur toentertijd eens ontplofte toen hij de vraag kreeg wanneer Nederlanders afstand konden doen van hun opgelegde Marokkaanse nationaliteit. ‘Ze blijven tot in de dertiende generatie Marokkaans,’ was zijn antwoord. Ook dat zal mislukken.
Nu kan ik terug naar mijn boek.
Asis Aynan