Het leed dat verlof heet
Vorige keer introduceerde ik Zonn. Hij werd, zoals het meeste leven, in het donkerste deel van de nacht geboren. In de maanden die volgden stapelde de vermoeidheid zich op. Het is een roes waarvan het evenwicht wankel is en dan was er ook die voortdurend zinderende angst dat er iets met de pasgeborene gebeurt, waar je vanaf de eerste gil een ongekende liefde voor voelt. De angst was niet overdreven want na vier maanden raakte Zonn besmet met het RS-virus en zulk nieuw vlees is nog niet in staat om het vocht uit de longen te hoesten.
Er volgden voor ons drietjes nog zwaardere weken, met corona voor mijn vriendin en een oude knieblessure kreeg zo een grote bek, dat ik nauwelijks meer kon lopen.
Gelukkig was ik de eerste maanden na Zonns geboorte met verlof. Ik hoefde de magische cirkel van het gezin niet verlaten. Ik had mijn Duurzame-Inzetbaarheidsuren en deels betaalde ouderschapsverlof in een keer opgenomen. Toen Zonn van het benauwdheidsvirus herstelde, de corona wegtrok en de schreeuwende pijn in mijn knie dimde, kwam mijn teamleider op een verlaat kraamvisite. Ze gaf mij bij vertrek het advies dat ik niet moest schrikken als het een tijdje duurde voordat ik weer gewend was aan het werk en de daarbij horende reuring.
Ze sprak uit eigen ervaring.
Een paar weken later stond ik op de werkvloer en keek ik met verdwaasde blik naar een voor mij totaal onbekende wereld. Ik bedoel; ik wist wel waar ik was, maar het deed mij allemaal zo vreemd aan. Ik kon de snelheid van de werkdag, de hardheid van de communicatie en de tomeloze stroom aan indrukken niet aan. En ondertussen dacht ik alleen maar: Waarom ben ik hier en niet bij Zonn?
Dat de gewenning even op zich zou laten wachten, waar mijn teamleider het over had, werden weken en vervolgens maanden.
Als iedereen tegelijk met vakantie gaat en op hetzelfde moment weer begint, dan mist niemand aansluiting. Maar wie met verlof gaat en terugkomt, belandt in een ver buiten, waarvan het een lange, barre tocht is om weer te komen waar je moet zijn.
Dankzij het verlof hebben Zonn en ik een ongekende band kunnen creëren, en ik zou het zo weer over doen, maar weet wel; deze samenleving houdt maar weinig van het werk dat niet op het werk plaatsvindt. Dat werd lelijk geïllustreerd toen een paar maanden geleden mijn verlof niet goed ingevoerd bleek te zijn. Ik ontving de eerste maand van dit studiejaar een maand nauwelijks salaris, omdat het teveel ontvangen geld terug moest. Daarmee leek het verlof om voor Zonn, vriendin en mezelf te zorgen een straf.
Asis Aynan
Bovenstaande column verscheen november 2022 in het Onderwijsblad