Inburgeringstjoeketjoek
Even een kort voorstelrondje. Ik ben Asis Aynan. Mijn ouders bedreven in het laatste jaar van de jaren zeventig, na een middagdis boven op een heuvel in de Rif (niet het Rifgebergte!), waar de krekels nooit slapen, de liefde en negen maanden later kwam ik door het migratiespook in een Noord-Hollands stadje ter wereld. Vervolgens werd ik door een boel gestapelde opleidingen en vooral door de speling van het lot leraar.
Ik ben razend benieuwd naar wie u bent en ik hoop u ook via de ingezonden post te leren kennen.
In deze eerste column wil ik het met u hebben over het meest ondergeschoven kindje binnen het onderwijs: het feestje.
Eens of meer per jaar organiseert uw school, afdeling of faculteit een feestje. Zo ook bij ons. Op een smartlappenboot voeren we vorig schooljaar met onze afdeling over het Amsterdamse IJ. Ik had na zoveel coronamaanden goeie zin in een feestje. Zodra het schip van de kade afdreef, realiseerde ik mij dat ik niet kon vertrekken wanneer ik wilde. En als er een mensensoort bestaat waar autonomie uit de poriën komt, dan is het de leerkracht wel.
De ingehuurde zangers staken meteen van wal en smartlapten zich een ongeluk. De zinnen die ik uit De Vlieger en Daar in dat kleine café aan de haven nog mee kon zingen, werden woordjes totdat ik een soort van blubende vis was.
Toen ik thuiskwam en mijn vriendin vroeg hoe het was, kon ik alleen maar antwoorden dat ik het gevoel had op een verplichte inburgeringscursus geweest te zijn.
Voor mij dus geen feestjes meer op een boot, die niet inclusief zijn – zoals we tegenwoordig plegen te zeggen. Ik neem mijn collega’s ook niet mee op een urenlange Riffijnse youyouyou-karaokesessie in een helikopter.
Een paar weken later vulde ik de datumprikker in voor een ander feestje: het opleidingscommissie-etentje. Onze oc gaat altijd vlak voor de zomervakantie uiteten. Een nieuw commissielid liet de andere leden weten dat hij van zijn geloof niet in een omgeving mocht zijn waar alcohol wordt genuttigd.
Ik schoot direct in een kramp dat het vervelend was dat iemand anders vanuit zijn overtuiging over het doen en laten van een ander probeerde te beslissen. Naarmate de dagen vorderde werd die kramp meer en meer een stel vragen. Begreep de student wat zijn verzoek bij de andere commissieleden opriep? En was ikzelf niet een totale hypocriet, want op die inburgeringstjoeketjoek over het IJ voelde ik mij nou ook niet echt welkom. Die exclusiviteit stond mij toch ook tegen? Moesten we niet met de student het brood breken in een alcoholvrijeruimte en het gesprek aangaan?
Maar zoals dat vaker gaat met wrijvingen, het werd een slechte grap. Kent u die mop van de opleidingscommissie die uiteten ging? Inderdaad.
Asis Aynan
Bovenstaande column verscheen september 2022 in het Onderwijsblad