Kabylische gedichten
In de jaren negentig van de vorige eeuw bracht dj Felix het nummer Don’t you want me uit, een housenummer dat begint met een mysterieus, hoog synthesizerdeuntje, dat zwanger is van wat komen gaat. Na een minuut is de geboorte een klappende dansmaat.
Het nummer speel ik nog regelmatig af bij een rondje sporten.
Deze week haalde ik een pakketje uit de bus. Ik wist dat het de dichtbundel Isefra – Kabylische gedichten van Si Muhand u M’hand (1845-1906) was – si is een afkorting van sidi, een nette aanspreekvorm voor een volwassen man die hoog wordt geacht. Met de ingepakte bundel in mijn hand liep ik de trap op en hoorde het geheimzinnige spel van een elektronische piano in mijn hoofd.
Deze zomer werkte ik aan het nawoord van Het verlaten land van Mouloud Mammeri, dat we onlangs in de Berberbibliotheek uitgaven. De Algerijnse schrijver Mammeri werkte een deel van zijn academische carrière aan het verzamelen van de gedichten van Si Muhand u M’hand, die geen enkel van zijn gedichten opschreef, terwijl hij niet ongeletterd was – Si Muhand u M’hand werkte als tekstschrijver bij de rechtbank.
De 19e eeuwse Algerijnse dichter kon het geregisseerde leven niet aan, liet alles achter. Hij werd een marktfenomeen en waar hij kwam declameerde hij zijn verzen. De toehoorders onthielden de dichtregels en gaven ze mondeling door – een cultuur die we misschien begrijpen maar ons niet meer kunnen voorstellen.
In het nawoord van Het verlaten land maakte ik melding van de rondzwervende dichter, ik wist dat andere Algerijnse schrijvers als Kateb Yacine en Mouloud Feraoun grote waarde hechtten aan het werk van de bohemien en om zijn anarchistische inborst met hem wegliepen, maar ik deed onderzoek naar het leven van Mouloud Mammeri en liet het er verder bij. Tot ik een paar weken geleden door een algoritmisch toeval – ik weet dat dit een contradictie is, maar zo voelt het – op het internet op de bundel Isefra – Kabylische gedichten van Si Muhand u M’hand stuitte.
De bundel verscheen in 1980 bij de Amsterdamse uitgeverij Marysas. De gedichten als mokerslagen werden door de voor mij onbekende vertalers Theo Hermans en Malika ben Chabane naar het Nederlands omgezet, die de bundel ook voorzagen van een nawoord. Ik knipte de bundel uit het karton en las.
Onder het raadselachtige synthesizer spel was nu het slaan van een trom te horen. Ik wilde niet stoppen met lezen, een andere keer zou ik de bundel met een beheerst lezersoog lezen, nu was mijn ziel aan het dansen.
Na zestig pagina’s stond daar het laatste gedicht, de beat was inmiddels zo toegenomen dat ik boven op een berg stond. Wat een leeservaring in het oppervlakkige Amsterdam.
Hieronder het dramatische sluitstuk van de bundel.
Wie de wil van de heer wil doorgronden
Aanschouw hier Si Muhand u M’hand
Eertijds een geleerd en ernstig man
Hij las de Koran en reciteerde soera’s
Hij kende de traktaten van Sidi Khelil
Zijn schranderheid wekte bewondering
Maar de Heer had hem voorbestemd
Tot een leven van tabak en wijn
En kif werd zijn voedsel
Doch luister naar mijn woord
Aldus volstrekt zich de wil van de Heer
Niet onze eigen dwaasheid leidde hiertoe
Ik weet wat niemand anders weet
Al loont het herhalen de moeite niet
Ik heb de behoeftigen steeds geholpen
Mijn geloof in Allah de ene God staat rotsvast
Vriendschap en trouw zijn niet van deze wereld
Laat me weggaan eer het leven alle kleur verliest
Asis Aynan