Loyaliteitsdag
Ik kan stellen dat het boek Een bevriend staatshoofd uit 1990 van Gilles Perrault bepalend is geweest voor mijn kijk op en band met de staat Marokko. De journalist Gilles Perrault ontleedt in zijn boek hoofdstuk voor hoofdstuk het piepjonge koninkrijk Marokko, dat in 1956 mede door Frankrijk werd opgericht.
In het verslag portretteert hij hoe de toenmalige prins Hassan en de latere koning het land bouwde op de cocktail corruptie, geweld en paranoia.
Er is sindsdien weinig veranderd.
Jaarlijks wordt op 30 juli de macht ceremonieel geconsolideerd: Loyaliteitsdag. Deze dag wordt sinds de oprichting in 1956 gevierd. Het hoogtepunt is een jaarlijks dieptepunt voor het land. De koning zit in een wit gewaad op een versierd paard, en voor hem staat het volk, in de vorm van zijn apparatsjik, eveneens gekleed in het wit, ze buigt meermaals voor hem, als is hij een god. De koning kijkt ieder jaar naar alles wat hij onderdrukt en ziet dat het zeer goed is.
Aan het begin van de documentaire van France 3 Koning van Marokko, het geheime bewind spreekt journalist Ali Lamrabet (verbannen uit Marokko) terecht zijn afkeuring uit voor het tafereel. “Dit is ongelooflijk, we leven in de 21ste eeuw.”
Sommigen vinden de ceremonie indrukwekkend ogen, maar dat is alle grote mensenmenigte, zoals Sensation White in de Johan Cruijff Arena en white sensation in Mekka.
In een-op-een-ontmoetingen met de koning gaat de perversiteit nog verder, de rug van de hand van de koning wordt gekust.
Ieder jaar worden er ook succesvolle Marokkanen buiten Marokko uitgenodigd om de ceremonie bij te wonen. En mijn gedachten brengen mij daarom bij de Özil-affaire, de voetballer die na het wereldkampioenschap voetbal 2018 zich niet meer laat selecteren voor het Duitse voetbalelftal. Özil schreef op zijn Facebookpagina dat hij zich gediscrimineerd voelde door een deel van de vaderlandse reacties op zijn foto met de president van Turkije. Op die gewraakte foto biedt hij Erdogan een T-shirt aan en die begeleidde Özil met de tekst: ‘Met groot respect voor mijn president.’
Wat zou er in Nederland gebeuren als een Marokkaans-Nederlandse politicus, bestuursfunctionaris, of iemand met een belangrijke publieke functie op 30 juli, Loyaliteitsdag, trouw zweert aan en voor de Marokkaanse koning buigt, zijn hand kust, of op de receptie aanwezig is? En wat zou die persoon dan op vragen antwoorden? Zoiets: ‘Het ging erom respect te tonen voor het hoogste ambt in het land van mijn familie. Het ging mij er niet om wie de koning is, maar dat het de koning is,’ naar analogie van Özils verweer.
Asis Aynan