In de ramadan van 2009 verscheen onderstaand opiniestuk in Nrc Handelsblad, zes jaar geleden. In het stuk voorspelde ik dat er steeds minder mensen van islamitische huize met de ramadan mee zouden doen, omdat de religie simpelweg te veel van haar volgers vraagt. Men is zeker niet massaal gestopt met vasten, maar in mijn vriendenkring vast bijna niet meer. En degenen die vasten doen dat onder druk van hun omgeving. Een enkeling vast omdat hij gelooft dat er zoiets bestaat als hemel, hel, god en satan.
Goed nieuws voor de niet-vastende moslims
Voor de niet-vastende moslims is de ramadan een maand vol leugens en ontwijkgedrag. Maar dat zal veranderen. De moskeeën lopen nu al leeg.
Toen de trein de vrijstaat Berlijn verliet en richting de polder reed, maakte zich een onrustig gevoel meester van mijn buik. Ik nam een hap van mijn sandwich en een paar slokken fris, maar het haalde niets uit, de zenuwen bleven. De trein stak de grens over, en toen wist ik waar de spanning vandaan kwam: ik zou binnen afzienbare tijd terug zijn in mijn sociale habitat, terwijl de ramadan aan de gang was.
Voor de islamitische niet-vaster is dat een periode waarin hij zich moet bedienen van leugens en ontwijkgedrag om zijn omgeving niet voor het hoofd te stoten. Een vriend van mij, die als schoonmaker werkte, nuttigde elke ramadan zijn lunch op het toilet, omdat hij bang was voor een ontwrichte relatie met zijn islamitische collega’s. De vriend vergelijkt de niet-vasters in Nederland altijd met de homo’s van Marokko: ze kunnen alleen in het geheim zichzelf zijn.
Gelukkig zijn er veranderingen op komst. De ramadan betekent voor miljoenen moslims wereldwijd 29 of 30 dagen onthouding van eten, drinken, seksueel contact en slechtpraterij, van de morgenschemering (niet zonsopgang) tot zonsondergang. Deze abstinentie moet leiden tot een staat van bezinning. Dat is een welkome toestand overigens, in een wereld waar de snelheid en geneugten des levens onmetelijk zijn, en ons dikwijls zo verdoven dat we bijna vergeten dat we leven.
Het aantal dagen (29 of 30) dat gevast moet worden, hangt van de omlooptijd van de maan af. Een maanjaar telt 354 dagen, 8 uren en 48 minuten. Daarom verschuift elk jaar de ramadan met anderhalve week naar voren op onze kalender. Toch doen islamitische geestelijken alsof er van deze wetmatigheid geen sprake is – de vastenmaand mag pas beginnen als ’s werelds belangrijkste imams de maan met het blote oog hebben waargenomen. De imams bepalen ook de afsluiting.
De islamitische geestelijken tonen aldus hun kracht door de baas te spelen over de maan. Maar ze zullen geen grip hebben op de grote omwenteling onder Nederlandse moslims: de ontkerkelijking.
Dit is geen voorspelling met het blote oog, maar een trend die wordt bevestigd door het onderzoek Religie aan het begin van de 21ste eeuw, dat onlangs door het CBS is gepubliceerd. Hieruit blijkt dat het bezoek aan kerken en moskeeën flink aan het teruglopen is. De grootste daling wordt onder moslims waargenomen. Naar mijn mening heeft dat te maken met het feit dat veel moslims van de tweede generatie ontevreden zijn over de moskeebesturen, die weinig vernieuwend zijn. Deze willen bijvoorbeeld nog altijd geen vrouwelijke voorgangers benoemen. De ontkerkelijking is ook het gevolg van de moderniteit. Een belangrijk kenmerk daarvan is de individualisering, die de structuren van de islamitische gemeenschappen afbreekt. Steeds minder vaak is het huis van God het centrum van de gemeenschap.
Maar er is meer. Voor de meeste jonge moslims ligt aan de vervreemding van de islam geen religieus alternatief of godloochening ten grondslag. Het gaat eerder om de eisen die de islam aan haar gelovigen stelt. Deze beginnen onwerkbaar te worden in onze moderne samenleving.
Voor de ramadan betekent dat een deel van de Nederlandse moslims niet meer zal vasten. Elk jaar verschuift de heilige islamitische maand ongeveer tien dagen. In het jaar 2016 zal de ramadam midden in de zomer vallen. De ramadanner zal vanaf drie uur ‘s nachts tot tien uur ‘s avonds (dus 19 uur lang!) zijn lichaam van water, eten en al het andere moeten onthouden. Het is onmogelijk dat een ongetraind persoon zich nog kan bezinnen, terwijl hij of zij een maand lang elke dag maar een paar uur de tijd heeft om zichzelf te voeden.
Sterker nog: een dergelijke vastenmaand bereikt niet het gewenste effect voor de geest, maar is ook ongezond voor het lichaam. En dit zal de Nederlandse moslim ook inzien. De meesten zullen het offer niet brengen, simpelweg omdat het te veel van hen vraagt.
Goed nieuws dus voor de niet-vaster: hij of zij hoeft in de toekomst niet meer te vrezen voor een maand vol hypocrisie.
Asis Aynan is schrijver.