Aan de noordoever van het Amsterdamse IJ werd er vanaf de voormalige Shelltoren gegild. Op het dak van de A’DAM Toren is op honderd meter hoogte een schommel geplaatst. Onlangs keek ik de documentaire ‘Sprekend Nederland’ van John Appel, daarin viert een investeringsbedrijf haar zoveelste verjaardag op de bovenste verdieping van de Shelltoren. Als je de scene kijkt, trekt je mond scheef: stijve rijke mensen die nog rijker worden, omdat ze geld hebben geïnvesteerd in een onbegrijpelijk economisch systeem, ze klappen in hun handen en kijken met gespeelde verwondering naar een breakdancer.
Ik dacht aan die scene en hoorde het gegil en keek naar een metalen pik op het gebouw. Het was porno aan de oever.
Aan de voet van die Shelltoren staat de Tolhuistuin. Ik heb een keer gehoord dat dat voorheen de kantine was van de Shell. Aan de waterkant zit het restaurant van de Tolhuistuin, eveneens een ontmoeting met het decadente. Aan de achterkant van het gebouw zijn de cultuurzalen van de Tolhuistuin.
Op donderdag begon daar het literatuurfestival ‘Read my world’, dit jaar staat het land Turkije centraal. De curator van het festival hoopte dat men na het festival een rijker beeld had van Turkije. Hij wilde het clichébeeld aanpassen, dat Turkije niets meer is dat een slechte vader en een misbruikt kind. De auteurs die zich daarna voorstelden aan het publiek maakten de belofte van de curator meer dan waar.
Vlak voor ik die helse oever verliet, dacht ik: misschien is het goed om hier ook ‘read my world’ toe te passen.
Dan nog een mopje dat ik op het festival hoorde: Een man zit in een Turkse gevangenis. Hij gaat op een dag naar de gevangenisbibliotheek. Hij vraagt naar een bepaald boek.
Tegen de gevangene zeggen ze: Dat boek hebben we niet, maar de auteur wel.
Asis Aynan