De dood van Murat Idrissi & Hongerjaren
Op de Nacht van de Ezel, afgelopen december georganiseerd door Theater Torpedo, ontmoette ik de schrijver Tommy Wieringa. Dé schrijver van Joe Speedboot.
Ik droeg een stukje voor over opa’s zwarte, grote ezel en haalde kort het manifest Pleidooi voor radicalisering aan van Dyab Jahjah. De publicatie van Jahjahs pamflet bij uitgeverij De Bezige Bij was een van de redenen dat Wieringa zijn volgende roman bij Hollands Diep publiceerde.
Tijdens die avond vertelde Tommy Wieringa dat hij de Berberbibliotheek van grote waarde vond. Hij had net de berberbibliotheekroman Hongerjaren van Mohamed Choukri gelezen, en daar sprak hij in overtreffende trap over.
Gistermorgen liep ik een boekhandel binnen in het Haarlemse Kleverpark – mijn geboortequartier – en kocht De dood van Murat Idrissi, de nieuwe roman van Tommy Wieringa. Het werd mij direct duidelijk waarom Hongerjaren Wieringa zo intrigeerde. Hongerjaren is een roman over Marokko, en in het bijzonder over de havenstad Tanger. De dood van Murat Idrissi begint min of meer in Tanger – het vertrekpunt van de veerboot naar de vrijheid; het Spaanse Algeciras: Europa.
In Wieringa’s roman gaat het goed mis. Thouraya en Ilham smokkelen in hun gehuurde Audi Murat naar Algeciras. In het gat van de bagageruimte achter in de auto. De plek waar de reserveband wordt bewaard. De reserveplek symboliseert op mooie en harde wijze dat dit het allerlaatste redmiddel is.
Murat is het kind van de sloppenwijk, bidonville; een Marokkaanse uitvinding overigens. Het is niet zo dat alleen sloppenbuurtkinderen Marokko willen verlaten. Echt iedereen wil weg. Zelfs de koning van het land is meer dagen per jaar niet thuis dan wel.
De meiden werken tegen hun zin mee. Door medelijden voor Murats moeder, migrantenschuld en verkeerde loyaliteit, een levensgevaarlijke cocktail die ik goed ken, zetten de meisjes hun verstand uit en laten zich meeslepen door de desperate moeder en mensenhandelaar Saleh.
Met het woord migrantenschuld bedoel ik het eeuwige irreële idee van een migrantenkind dat hij een schuld heeft bij degenen die het land van hun ouders niet heeft kunnen verlaten.
Het is niet de eerste keer dat dit verhaal naar fictie werd vertaald. In 2008 werd met de film Harrara dezelfde gebeurtenis verteld.
Ergens in de middag had ik de kleine roman uitgelezen en las ik in de boekenbijlage van Nrc een bespreking die De dood van Murat Idrissi helemaal afbrandde. Het boek kreeg één bal. De recensent stoorde zich vooral aan foutjes in het boek. Ik vond er ook eentje: in de roman staat dat driehonderdduizend Marokkaanse dirhams ongeveer drieduizend euro is, maar dat zijn 30.000 pegels.
De roman wordt met één bal enorm tekort gedaan en kan ik ook niet serieus nemen. Het is een verhaal dat in grootse zinnen is geschreven, ook is de geboorte van het boek bittere noodzaak en bewijst dat de hongerjaren nog niet voorbij zijn.
Asis Aynan
Ps: Over een bal gesproken. De kunstenaar Henk Schiffmacher heeft de eredivisiebal van tekeningen voorzien. Onder andere geïnspireerd op de berbertattoo.