Verpletter z’n moeder
Over een maand is het één jaar geleden dat de bizarre, morbide moord op de visboer plaatsvond, 28 oktober 2016.
Het verhaal is bekend: Mohsine Fikri had clandestien vis gekocht in het haventje van Alhoceima om die door te verkopen. De gendarmerie hield hem staande en vroeg om smeergeld. De visboer weigerde en de gendarmes bestelde een vuilniswagen en de ordedienst gooide zijn waar in de drekauto. Mohsine Fikri sprong zijn vis achterna, wat daarna gebeurde, laat zich alleen omschrijven dat er een onmens in ons huist en tot vreselijke daden in staat is. Het verhaal gaat dat een gendarmeagent de doodsopdracht gaf: ‘Verpletter z’n moeder.’ De visboer werd door de pers van de vuilwagen geplet.
Omdat de droevige verjaring onderweg is, denk ik erover na een stuk te schrijven. Om mij nog veder te verdiepen in het land lees ik nu het standaardwerk The commandeur of the faithful van hoogleraar politicologie John Waterbury over de Marokkaanse politiek, dat tot nu toe voor mij onbekend was. Het boek verscheen in 1970 bij Colombia University. Natuurlijk was het boek verboden door the commandeur of the faithful, de koning der gelovigen, amir al muminin: het toenmalige staatshoofd Hassan 2. Maar dat verbod is weinig interessant.
De grote waarde van het werk voor onze tijd is dat het destijds ontworpen dictatoriale Marokko, dat in 1970 veertien jaar bestond, anno nu weinig is veranderd. John Waterburry schrijft dat het staatshoofd een onverenigbare dubbelrol speelt, namelijk die van de secularist en de opperimam. Op een en dezelfde dag kan de koning zich in de laatste mode steken en een gin-tonic-ontmoeting hebben met een democratisch gekozen president en verder op de dag draagt de kroon een smetteloos wit gewaad en houdt in de moskee voor lands grootste theologen een ramadanpreek.
En deze ziekelijke gespletenheid zien we ook vandaag. Na de moord op de visverkoper zijn er onophoudelijk protesten in Marokko. Inmiddels zitten honderden vredelievende demonstranten vast, terwijl vrijheid van protest in de Marokkaanse grondwet is verankerd. Maar blijkbaar is de grondwet niet bedoeld voor de basis van het land: zijn inwoners.
Asis Aynan