Wat gebeurt er toch met mij?
Hoe lang de verandering in mijn zijn gaande is, weet ik niet. Onlangs merkte ik haar op. Ze verwart mij niet, maar ik ben een persoon die verandering eerder uit de weggaat dan op zoekt. Groot of klein.
Als ik naar het zwembad ga, kleed ik mij het liefst in hetzelfde hokje om als de voorgaande keer, stop ik mijn tas in ‘mijn’ kastje, sta ik altijd onder de linker douche, zwem in de rechterbaan en ga ik uit het water als ik veertig baantjes heb gezwommen. De talloze vastigheden in en buiten mij zijn geen bijgeloof, zo ben ik nu eenmaal, of een vorm van autisme, maar routine die houvast biedt in een oneindig grote zee, die het leven heet.
In Utrecht werd de lente met een dichtersfestivalletje gevierd door vereniging Syphax. Mijn achtertante de dichteres Rachida Mayssa zou ook optreden. Haar werk staat in mijn boekenkast, maar had haar nooit ontmoet. Ik maakte mij op voor de ontmoeting met mijn tante uit Marokko, met trots in mijn lijf herlas ik haar gedichten.
Als ik niet bang was dat jouw moeder om je zou huilen,
zou ik je meenemen en in een put gooien.
En.
Ik kan de slaap niet vatten, ben verslaafd aan cocaïne,
wat heb ik toch met al die werken van de duivel.
Op het festival vroeg ik of we samen op de foto konden. Dat wilde ze niet. Ik dacht dat het een grapje was, omdat er een lach op haar gezicht verscheen. Ze herhaalde haar woorden. Ik vroeg naar het waarom. Ze wilde niet met mij op de foto, omdat de kans bestond, hoe klein ook, dat haar man de foto ooit te zien kreeg. Een schrijversfoto, een familiefoto werd geseksualiseerd – hoe het haar lukte, weet ik niet, maar ze slaagde erin.
Ik maakte mij op voor het vaste omkleedhokje, mijn kluisje en rechter zwembaan, want normaal zou er in mijn hoofd een storm opzetten, die retorische en intellectuele messen sleep om de ander van weerwoord te voorzien, de gebaande paden.
Erg gebeurde iets anders.
Zoals ik net zei; onlangs merkte ik haar op. Haar naam is vrijheid. Niet eerder heb ik mij in deze mate vrij gevoeld. De reis naar die plek begon met het afschudden van de aangeleerde religieangsten waarmee ik ben opgevoed en eigenhandig een leven, een identiteit op te bouwen, deze twee hebben ervoor gezorgd dat ik mijn aangeboren vrijheid heb hervonden.
Wat mijn dichterstante tegen mij zei, was beledigend en te stom voor woorden, natuurlijk, maar ik voelde nergens een steek. Het was niet bedreigend voor wie ik ben.
De verandering voelt onwennig, maar goed.
Ter afsluiting een klein gedicht uit de vorige eeuw van de dichteres Mimount Serwan.
Allah zij geprezen
Neem de benen
Europa’s zegen
Is beter dan uw regen
Asis Aynan
De dichtregels zijn afkomstig uit de bundel Izran Izran samengesteld door Rachida Mayssa, en vertaald door Khalid Mourigh. Die van Mimount Serwan heb ik in de kroeg gehoord.