Boerka als culturele toe-eigening
Tijdens het uitruimen van mijn boekenkast – of wat daar door voor moet gaan – vond ik het werkje ‘Weg met de sluier’ (2004) terug van Chahdortt Djavan. Op de achterkant las ik dat het een j’accuse is, een pamflet, tegen elke islamitische sluier. Djavan stelt zich aan het begin van haar protest de vraag wie het recht heeft over de sluier te praten? Ze vindt dat wie nooit achter een sluier heeft geleefd geen spreekrecht bezit. Ook intellectuelen voor wie de sluier een gedachtespel is van these, antithese en synthese moeten hun mond houden. Daarna vertelt Djavan over de sluier. “Een voorvaderlijke verkrachting waarvoor de moeders goeddeels verantwoordelijk zijn.” Ze komt tot deze conclusie omdat ze zelf tien jaar verplicht de sluier in Iran moest dragen .
Tegen de vrouwen in Frankrijk, haar nieuwe thuisland, zegt ze: “Tegen het handjevol islamitische vrouwen, een heel kleine minderheid, dat behoorlijk werk heeft en ervoor gekozen heeft de sluier te dragen, zou ik zeggen dat perversiteit bestaat: er zijn naar verluidt prostituees die hun lichaam verkopen zonder dat dit echt noodzakelijk is, louter voor hun plezier.”
Het kan niet anders dat Djavan een geschonden persoon is.
Tijdens het lezen van haar protestbrief was het vanzelfsprekend dat ik voortdurend dacht aan het (beperkte) boerkaverbod dat sinds de heetste zomer ooit in Nederland van kracht is.
Ik ruimde verder op en pakte het manifest ‘Vernietig het islamitisch fascisme’ van Zineb el Rhazoui. Een van de eerste zinnen van het schrift: ‘De islam als geloof wordt niet onderscheiden van de islam als beschaving, zoals bij moslims niet wordt vastgesteld of ze in cultureel opzicht tot deze religie behoren, door verering, of door oppervlakkig dan wel fundamentalistisch geloof.’ Het is een ingewikkelde, maar belangrijke zin. De islam is de islam, en de moslim is een moslim. Dus als iemand een boerka draagt, wordt dat als iets islamitisch beschouwd, wat zeer discutabel is. Want wanneer is iets islamitisch? Als het in de koran staat, door een profeet, geleerde, sekteleider wordt opgelegd?
Ook Zineb el Rhazoui, net als Chahdortt Djavan, heeft een appel, wat zeg ik, een hele doos appels te schillen met intellectuelen: politici, extreemlinks, pleitbezorgers van antiracisme en bepaalde feministen. Ze noemt ze collaborateurs, vooral extreemlinks is collabo. “Juist radicaal-links heeft zijn politieke jargon aan de islamisten geleend, waardoor de hoofddoek kon omgetoverd worden tot een symbool van vrijheid […].”
Ik weet niet welke vormen van extreemlinks en radicaal-links in Nederland bestaan. Wel zag ik linkse activisten bij een demonstratie tegen het boerkaverbod. Het laat is zich makkelijk en eenvoudig raden wat El Rhazoui en Djavan daarvan vinden.
In de boekenkast stond ook ‘Hallo witte mensen’ van Anousha Nzume. Het laatste hoofdstuk gaat over culturele toe-eigening, dat betekent volgens het boek: “Wanneer een meerderheidsgroep in een samenleving een cultureelelement van een gemarginaliseerde groep overneemt.” Het schijnt dat de vrouwen die in Nederland een boerka aan trekken vooral witte autochtone bekeerlingen zijn. De boerkadragers in de media hamerden er voortdurend op dat het hun keuze was. Vrijheid. Ook namen niet-boerkadragers het voor hen op en sommigen van hen lanceerden zelfs het idee boerkabuddy; iemand die op straat een boerkadrager begeleidt.
Helaas las en hoorde ik nergens dat de witte vrouwen boerkadragers (meerderheidsgroep) de boerka (cultureelelement) van geboren islamitische boerkadragers (gemarginaliseerde groep) overnam, dus culturele toe-eigening. Dat is ook niet mogelijk, want de mensen die uit landen, culturen komen waar de boerka wordt gedragen, zijn naar Nederland gevlucht omdat ze niet meer religieus onderdrukt willen worden, zoals het verplicht dragen van de boerka. Zie Chahdortt Djavan.
Over culturele toe-eigening wordt ook wel gezegd dat je een cultuurelement pas mag overnemen als je je genoeg in die cultuur hebt verdiept waar je het element van leent. En in wezen is een boerka cultuurelement, omdat het geen religieus voorschrift, hoogstens een interpretatie van iemand die de boerka gebruikt om te onderdrukken. En wie wil zichzelf onderdrukken?
Helaas is het ook zo dat geen enkele journalist op het idee kwam naar moslims op leeftijd in dit land te bezoeken. Ik had dolgraag willen horen wat de vrouwen van de gastarbeiders over de boerka te zeggen hadden.
Ik ruimde verder mijn kast op en las kort in een van mijn favoriete romans ‘De non – Een schokkende bekentenis’ van Denis Diderot.
Asis Aynan