Cruciaal thuis
De Hogeschool van Amsterdam plaatste op vrijdag de dertiende op haar site de mededeling dat er tot 31 maart 2020 geen onderwijs plaatsvindt. Twee dagen later vertelde het kabinet op zondag, vlak voor de klok avond sloeg, dat alle onderwijsinstellingen sluiten, tot zeven april.
De tijdelijke sluitingen zijn ambigu, want de scholen – ik denk vooral basisscholen – en de kinderopvang blijven wel open voor kids waarvan de ouders cruciaal werk hebben. Op de website van de rijksoverheid staat een lijst van die cruciale, vitale arbeid.
Ik geef deze periode drie verschillende vakken. Alle drie zijn taalvakken. Een eerstejaarsonderdeel was bijna afgerond. De laatste docent-studentontmoeting is een consult; waar laatste vragen over het tentamen gesteld worden. De twee andere vakken geef ik aan tweede- en derdejaars. Zij hebben nog twee lessen tegoed. In een mail heb ik hen gevraagd hun oefeningen naar mij te sturen, dan retourneer ik die met feedback. Thuiswerk in optima forma.
Afgelopen zaterdag fietste ik naar de hogeschoollocatie op de Wibautstraat, de grote verkeersader lag er onaangenaam rustig bij. In het Wibauthuis printte ik wat werk – ik heb thuis niet zo een printdoos, nooit gehad. In het nagenoeg lege schoolgebouw stonden iets verderop een aantal bewakers met elkaar te praten. Door de akoestiek in de hal kon ik de conversatie moeiteloos volgen.
De ene beveiliger zei tegen de ander dat hij grote vraagtekens zette bij het coronavirus. In zijn volgende zin bleek dat geen vraag te zijn, maar een samenzweringsbewering. Het virus was hem volgens een Amerikaanse uitvinding om China een lesje te leren, en zo de natie onder de te knie krijgen.
Ik begrijp dat de mens dit oneindige, onbegrijpelijke universum soms het hoofd biedt door geloof, bijgeloof of occulte verklaringen. Toch vond ik de beweringen van de bewaker een tegenvaller, omdat we het blijkbaar in onze koppen niet bij elkaar gedacht krijgen dat soms de zaken gaan zoals ze gaan. Dat er niets achter zit. Dat het coronavirus geen laboratoriumcomplot is, maar waarschijnlijk dat een vleermuis een ander dier heeft besmet en dat die tussengast de mens covid-19 heeft aangesmeerd. Wat ook niet echt in onze botte koppen landt, is dat Nederland een grote voedselproducent is en er een vloeiende distributie is, die al het eten – en toiletrollen – in onze supermarkten bezorgt.
Asis Aynan
Ps: Een vriend van mij woont in Alicante – in Spanje zijn zware anticoronamaatregelen genomen – en ik vroeg hem of men massaal spullen inslaat. Dat viel wel mee. Op de vraag of het toiletpapier in de supermercado op was, moest hij enorm lachen. Een andere vriend in Denemarken vertelde dat er in hun supermarkten ook geen run is op wc-papier. Wat is hier aan de hand?