Eens zullen de grote tijden aanbreken
Het humanistische Haarlem van Frans Hals, Godfried Bomans en Hannie Schaft is mijn bakermat, maar ik werd boven op een heuvel in de Rif verwekt. Elke zomer reisden mijn ouders en hun kinderen naar het gewelfde landschap, onze jaarlijkse zalmtrek. Er heerste een blijmoedig vakantiegevoel in de auto, net zo zomers als de open zonnebloemen en rijk gevulde druivenstokken langs de Route du Soleil.
De heldere julilucht werd asgrauw en de sfeer grimmig als we voor de Marokkaanse grens stonden. In Nederland hadden wij van onze ouders opgedragen gekregen tijdens de vakantie niet over koning Hassan II (1929-1999) te praten.
Van achter in de auto zag ik de nekspieren van mijn ouders straktrekken. Hassan had er alles aan gedaan om zijn schrikbewind te optimaliseren. Waar je ook keek, hing zijn generaalsportret. Zijn corrupte douaniers beledigden de moeders van de vakantiegangers in een taal die niet van de Rif was. Wie na veel oponthoud door mocht, was nog niet af van de grofgebekte wachters. Elk moment kon je worden aangehouden bij een van de mobiele gendarmerieposten, met hun spijkermatten.
Op een van die reizen begreep ik als kind dat het Marokkaanse koningshuis niet stond voor nationale eenheid, maar voor nationale tweedracht. De beleidsinstrumenten van die verdeel-en-heerspolitiek waren minderwaardigheid, angst en paranoia. Hassan II is dood, maar iedereen is nog bang voor hem en zijn beleid is springlevend. Hassan heeft veel invloed gehad op de plek waaruit ik voortkom. Om die morele inwerking en de kentering te tonen, vertel ik het volgende verhaal.
Wil je verder lezen, koop dan Eén erwt maakt nog geen snert – Het Rifgebergte, de dubbele nationaliteit en andere misverstanden [Uitgeverij Van Oorschot].