Geheime dienst
Sinds kort spelen de kinderen van mijn broers ‘spioneren’. Het drietal sluipt rond en smeedt fluisterend plannen. Op de een of andere manier ben ik degene die altijd gevolgd wordt. Ze hebben het idee dat hun oom barst van de gevoelige informatie en geheimen. Ik speel het spelletje gewillig mee.
In mijn jeugd bespiedden mijn broer en ik een keer onze overbuurmeid. Ze was verliefd, en liep zoenend met haar geliefde over straat. We vonden het enorm interessant wat er vanachter het gordijn buiten gebeurde. Op een gegeven hielden we het niet meer en schreeuwden toen uit raam: ‘ooooooehhhh’, ‘lekker’ en ‘vinger in je reet’. De volgende dag kwam de moeder van het overbuurmeisje boos verhaal halen. Ze was vooral niet te spreken over die vinger. We wisten niet wat we zeiden, we waren kinderen. Een achterneef zei als kleuter maanden tegen jan en alleman ‘pik op je hoofd’ en sloeg dan met zijn vuist tegen zijn voorhoofd. Die categorie, zeg maar.
In de film ‘La loi du marché’ zoekt Thierry radeloos naar werk. Hij doet een opleiding tot kraandrijver, maar het is een zoethoudertje, want in die branche is geen werk. Hij volgt een cursus solliciteren, waar hij wordt afgebrand door zijn medecursisten. Door alle tegenslagen is hij niet alleen zijn zelfvertrouwen kwijt, maar hij dreigt ook zijn huis te verliezen en de opleiding van zijn zoontje niet meer te kunnen betalen.
In een supermarché vindt hij werk als beveiliger. De supermarkt hangt vol met camera’s die niet alleen de klanten in de gaten houden, ook het eigen personeel. Thierry verafschuwt zijn taak, maar het voorland als werkloze verafschuwt hij veel meer.
Ik vroeg mij af of ik als spion zou kunnen werken, mensen in de gaten houden, informatie doorgeven.
Na de moord op Theo van Gogh stond Amsterdam bol van de debatten. Met mijn broers bezocht ik regelmatig die georganiseerde ontmoetingen. Een vriendin van ons ging vaak mee. Bij de borrel van een van die debatten wilde ze plots weg. Waarom was niet duidelijk.
Dagen later vertelde ze dat bij het wijn-kaas-moment was benaderd door iemand van binnenlandse veiligheidsdienst. Hij had haar vaak bij die ontmoetingen gezien, en misschien was de studente wel geïnteresseerd in een job als informant. Niks ingewikkeld, gewoon af en toe wat informatie doorgeven.
Ze is verder niet op het aanbod ingegaan.
In ‘La loi du marché’ kiest Thierry voor de werkloosheid; liever ongelukkig dan ongelukkiger. Ik denk er net zo over.
Asis Aynan