Heel de wereld
Het is de griep. Mist in mijn hoofd, ostealgie en koorts. Ik lig in bed ziek te zijn, en denk na. Misschien ben ik aan het ijlen en vormen de volgende woorden een onsamenhangend verhaal, maar ongeregelder dan het buiten mijn bed is, kan niet.
Vorige week vrijdagmiddag belde ik een goede vriend. Hij woont in het Belgische Molenbeek. Met enige regelmaat bezoek ik hem – ik houd van de jongen en het Brusselse kwartier. Op twee uur rijden van hier waan je je in een Maghrebijnse stad. De laatste keer dat ik in Molenbeek verbleef, was twee maanden geleden. We ontbeten in alle vroegte bij de vriend om de hoek. Het viel op dat er op straat weinig volk was en er bijna geen winkelrolluik was opgehaald. De wijk was ook in daad een Mediterrane stad.
We dronken groene thee met mentha en aten gebakken ei met opgewarmd panbrood. De vriend had zijn eigen olijfolie van huis meegenomen, superieure kwaliteit. Dat hij zijn eigen flesje bij zich had, werd niet vreemd gevonden. De koude olie werd over het eitje gegoten, een aanrader.
Ik belde de vriend vorige week, omdat ik dit weekend in Molenbeek wilde doorbrengen. Toen het telefoontje plaatsvond, was er nog geen sprake van ‘Parijs’. Dat ik niet ben gegaan, komt door de griep, en omdat de sfeer in de Noord-Afrikaanse wijk momenteel uiterst fragiel en gespannen is; enkele Parijsmoordenaars komen uit Molenbeek. Daarnaast is er nog een van hen in leven, van wie wordt verwacht dat hij zich in het stadsdeel ophoudt en kwaad wil aanrichten.
De reden dat ik naar Mollenbiek (op z’n Marokkaans) wilde gaan, heeft te maken met de zogeheten ‘Turkije-route’. Sinds enige tijd verschijnen talloze filmpjes op Youtube van Noord-Marokkanen (Riffijnen) die hun tocht naar Europa filmen. Die reis gaat als volgt: de gelukszoekers vliegen van Marokko naar Istanboel, er is geen visum nodig, mensensmokkelaars brengen ze naar de kust, vanaf daar ben je in een bootje zo in Griekenland, en komt men via de Balkan naar West-Europa. De Marokkanen vragen geen asiel aan, ze doen ze zich dus niet voor als Syriërs, maar verdwijnen in het illegale circuit.
In de internetfilmpjes roepen de reizigers de thuisblijvers op hun voorbeeld na te volgen, omdat Europa binnenkomen door de oorlog in Syrië eenvoudig en veilig is. “Voor twee miljoen frank (twee duizend euro) zit je in Aliman (West-Europa).” Ook worden de hasjhandelaren in Marokko uitgescholden. “Steek die drugs maar in je hol. Wij gaan ons eigen geld verdienen.” Het land Marokko en de staat waarin ze verkeert wordt belachelijk gemaakt en de mensensmokkelaars bewierookt. Je ziet goedgemutste jongemannen door Oostbloklanden naar West-Europa wandelen. Ze lachen en zingen in de regen. Ook zijn er opnames van fortuinzoekers die daadwerkelijk een nieuw leven hebben. “Ik werk sinds twee weken in dit restaurant, er is genoeg werk, kom naar Europa,” waarna een rondleiding door de spoelkeuken volgt.
De zanger Soufian Bousaidi heeft dit lied over de ‘Turkije-route’ gemaakt. “Wij hebben de beste koning van de wereld.” Bittere spot.
Voor wie zich altijd heeft afgevraagd waarom de ‘Arabische Lente’ niet heeft doorgezet in Marokko? Dit is het antwoord. Het overgrote deel van de Marokkanen is niet geïnteresseerd in politiek-Marokko en heeft de hoop opgegeven. De hele flikkerse boel kan ze gestolen worden.
Ik vroeg de vriend of in Molenbeek ook Marokkanen woonden die gebruik hadden gemaakt van de Turkije-route. ‘Genoeg van die Turken hier,” was zijn antwoord. Hij zou op zoek gaan naar een aantal jongens, die met mij wilde praten over hun vlucht.
“Tot volgende week,” zei ik en hing op. Iets verderop in de straat liep een kennis mij tegemoet. Het gaat sinds enkele maanden niet goed met hem. Hij ligt in scheiding. En omdat de partijen elkaar naar het leven staan, hebben zij niets meer te zeggen over de ontbinding van hun huwelijk. Advocaten, rechters en maatschappelijke hulpverleners, die zij tot een paar maanden geleden niet kenden, gaan over het lot van hun kinderen, de bezittingen en financiën.
Het was mij opgevallen dat de kennis niet meer met ons naar het café ging. In mijn onschuld dacht ik dat de vele euro’s die zijn advocaat regelmatig in ontvangst neemt de reden van zijn wegblijven waren. Het ging niet om geld. De kennis vindt steun in zijn religie, en naar de kroeg past nu niet in zijn leven.
Ik vond het persoonlijk jammer, maar zoals ze de schrijver schreef: “Wij zijn onze eigen bestemming.” Toch raakte ik daar op straat gepikeerd, omdat het gehele gesprek over zijn geloof ging. Vol van zijn herontdekking, maar ruw in de manieren. Ik bedacht een smoes, en maakte mij uit de voeten. Ik had wel wat beters te doen dan naar theologietjes luisteren waar ik werkelijk niets mee heb.
Waarom praten gelovigen eigenlijk zo veel over hun geloof? Spreken ze zich continue moed in om twijfel te onderdrukken?
Onderweg naar huis dacht ik na over het scheidingsproces dat de kennis doormaakte, en de vooraanstaande positie die religie daarin had gekregen. Ik was niet bang dat hij zou afdalen naar de fundamenten van zijn religie, geen ongevaarlijke plek, omdat hij als eerste-generatie-Marokkaan gezegend is met een brede en volle identiteit. Niet zoals mijn generatie, waar het identiteitsvat dikwijls slechts met religie gevuld is en in een moeilijke levensfase algauw dolende zielen kan opleveren – wie dit interessant vindt kan hier verder lezen.
Toen ik thuis was, ging ik vroeg naar bed, niet lang daarna werd ik wakker gebeld en was ‘Parijs’ in onze levens.
Ik ben niet de enige die ziek is, heel de wereld heeft griep. Beterschap allemaal.
Asis Aynan