Oneindig is de gevangenis
In Nrc Handelsblad van zaterdag 21 mei 2016 stond een groot interview met Hoessein, vader van wie twee kinderen en ex-vrouw naar Syrië vertrokken. De niets verhullende kop van het stuk is ‘Mijn kinderen hebben mensen vermoord’. Hoessein weet niet goed hoe zijn ex en kinderen radicaliseerden. Hij kan slechts raden; internet, een haatprediker, huiskamerlezingen, dat giswerk.
In het zeldzame interview dat door Danielle Pinedo werd opgetekend, staat een zin die wij, burgers van dit land, maar moeilijk kunnen bevatten. Hoessein is over de app in gesprek met zijn dochter Meryem. Ze tekst haar vader ter afronding van het gesprek: “Ik moet vroeg op voor het vrijdaggebed, en daarna woon ik een onthoofding bij.”
Na deze zin gaat het interview nog tientallen zinnen verder, maar verder lezen lukte mij niet. Ik probeer mij een vader voor te stellen, wiens zoon is omgekomen door de gewelddadige jihad, en een dochter die haar vader laat weten dat ze naar bed moet, omdat ze de volgende dag een onthoofding bijwoont. Bijwonen; een woord dat veel verstand in zich herbergt. Alleen mensen wonen iets bij, dieren zijn toevallig ergens aanwezig. Wat zijn personen die vroeg opstaan, zich met smeekbedes tot god richten en daarna naar een onthoofding gaan? Ik weet het niet.
Nee, door de zin kon ik niet verder lezen.
Ik mail het interview naar vriend en theaterregisseur Yahya Gaier, volgende maand gaat zijn toneelstuk Club Paradis in première. In het stuk daalt een moeder, wier zoon zich religieus heeft opgeblazen, af in haar gedachten en geschiedenis om antwoorden te vinden. Ik weet niet goed waarom ik het interview mail. Misschien wil ik af van die onmogelijke zin: “Ik moet vroeg op voor het vrijdaggebed, en daarna woon ik een onthoofding bij.”
De titel Oneindig is de gevangenis van de Algerijnse schrijfster Assia Djebar schiet mij te binnen. Zo moet het leven van de vader Hoessein er nu uitzien, als een gevangenis die nooit eindigt. En besluit het boek op bol.com te bestellen.
Assia Djebar kreeg rond het jaar 2000 enige bekendheid in Nederland. De Berberse schreef voor het Rotterdamse Onafhankelijk Toneel het toneelstuk Aïsja en de vrouwen van Medina. De jongste vrouw van de profeet Mohammed is de hoofdpersoon van het verhaal. Het stuk is nooit ten tonele gebracht, omdat de Marokkaanse acteurs tijdens de vergevorderde repetities bang werden, en een hoop islamitische organisaties, voormannen en voorvrouwen op hoge poten eisten dat Djebars werk nooit het theaterlicht zou zien.
Misschien is de reden dat ik het interview naar Yahya Gaier mail, omdat ik Club Paradis moet zien om die onmogelijke zin te begrijpen.
Asis Aynan