En toen had ik plots mijn oud-economie docente van de mavo aan de telefoon.
Twee columns terug schreef ik op deze plek hoe ze door een paar klasgenoten halverwege de jaren negentig iedere les werd gejend. Het pestgroepje besloot op een dag hun gekwel naar het niveau duivel te tillen en spuugde haar na een les kauwgom in het haar.
De desbetreffende lerares las negenentwintig jaar later tijdens een treinrit mijn column en herkende zich erin. Dat moet toch een ervaring zijn die gepaard gaat met een onderhuidse aardbeving, lijkt mij. Via-via kruisten onze levens langs een telefoonverbinding elkaar.
Ze kon zich niets van het voorval herinneren. In plaats het schild van de ontkenning te hijsen, vertelde ze mij dat ze zeker wist het voorval geblokt te hebben. Ze kwam terug van haar zwangerschapsverlof en werd voor onze klas gezet. Wij waren een beruchte groep. Het schijnt dat we de horrorklas werden genoemd. Ze had haar leidinggevende gevraagd haar te sparen en een andere klas te geven. Maar wie terugkomt van verlof moet boeten, want je bent toch lekker vrij geweest. Het werd een van de moeilijkste periodes uit haar werkende leven.
Ook wist ze niet dat ik het kauwgomincident bij de sectiedirecteur had gemeld en dat moest bekopen met racistische pestpartijen.
Uit ons gesprek bleek dat ik op mijn beurt ook een heleboel uit die periode had gewist. Zoals die ene lerares Frans die zo zwaar door de leerlingen werd gepest dat ze vaak huilend het klaslokaal verliet of die andere lerares die na een werkdag haar auto onder de hakenkruisen aantrof. Maar het allerergste wat werd aangehaald was de leraar die gewond raakte tijdens de les omdat hij door mijn jaargenoten werd bekogeld met een spervuur van stuivers. Een stuiver, dat was hij waard. Toen er niets gebeurde namen ze de vrijheid om de leraar thuis op te zoeken. Ze gooiden een baksteen door zijn raam.
Voor bij u in het hoofd een ongenuanceerd journaal aangaat; we waren een chique school op een groene grens van villa’s tussen Bloemendaal en Haarlem.
De docente zei dat de misstanden konden cumuleren omdat het in een periode van een grote fusie was. Dus er was meer oog voor het slagen van de nieuwe organisatiestructuur dan de sfeer op de linoleumvloer.
Zou die heksenketel waar ik mijn adolescentie doorbracht een uitzondering zijn? Ik vrees van niet.
Mijn oud-lerares en ik hingen na driekwartier op. En ik weet zeker dat aan ieders zijde van de lijn het stil bleef. Lang.
Asis Aynan
Bovenstaande column verscheen april 2024 in het Onderwijsblad