Mijn dochter Dott nam haar knuffel mee. Terwijl ik de buggy voortduwde las ik in mijn mail dat twee oud-docenten, die ik voor het decembernummer van het Onderwijsblad interviewde over pesten op de werkvloer, niet met hun naam in het stuk wilden. Ondertussen klaagde Dott, maar ik besteedde er geen aandacht aan. De sukkel die ik ben. Met haar zestien maanden kan ze misschien niet praten, maar ze brabbelde en waarschuwde mij veelvuldig dat ze haar lievelingsknuffel – waar ze mee slaapt – verloren was.
Ik maakte mij druk over het verzoek tot anonimiseren, dat had met het volgende te maken.
Vorig studiejaar ben ik voor het eerst in mijn loopbaan naar de vertrouwenspersoon gestapt. Ik vond dat een collega veel te onredelijk tegen mij had gedaan. Het was allemaal erg vervelend en het is trouwens verbazingwekkend hoe een akelige gebeurtenis je binnenwereld zomaar kan binnenkomen om daar heel lang sluimerend de sfeer mee te bepalen.
Ik had geen vertrouwen dat ik in een een-op-een-gesprek begrepen zou worden door de collega en dat dit tot inzichten zou leiden die onze werkrelatie zouden verbeten. Daarom stapte ik naar de vertrouwenspersoon.
Het was me toch een partijtje vreemd om tegen een onbekende gedetailleerd over de perikelen op de werkvloer te vertellen. Aan het eind van het gesprek vroeg de vertrouwenspersoon aan mij of ik de melding anoniem wilde doen.
Ik voelde mij daar helemaal niet goed bij. Ik ervoer het zelfs als beledigend. Ik vond dat ik onterecht behandeld was en ik zou mezelf nogmaals onrecht aandoen door als no-name te klagen, toch? Het was mijn verhaal, uit mijn naam verteld, en zo moest het geboekstaafd worden.
Vanuit die gedachte, die overtuiging, las ik de mail van de oud-docenten en ondertussen was mijn dochter haar knuffel kwijt. Ik zei al dat ik een sukkel was, maar nu voelde ik mij dubbel onhandig.
Ik wilde met de melding bij de vertrouwenspersoon mijn gelijk halen; de werkvloer een betere plek maken om mijn werk werkbaarder te maken. De oud-docenten ging het er niet om hun gram te halen. Zij wilden laten zien wat voor narigheid er op de werkvloer kan voorkomen en hoeveel impact dat heeft op een leven en de levens daaromheen.
Daarbovenop is de opgelopen pijn nog niet voorbij en het meest erge van alles is de angst om openlijk te spreken over het aangedane onrecht, ook al is het jaren geleden.
Dan mag ik misschien een sukkel zijn maar als werkende wezens zijn we op dit gebied als mensheid echt gezakt.
De knuffel vond ik terug dankzij de buurt-app. Sorry dat ik niet luisterde, Dott! Terwijl ik zo heilig als de decembermaand erin geloof dat echt luisteren het begin is om een heleboel narigheid op de werkvloer te voorkomen.
Asis Aynan
Bovenstaande column verscheen december 2024 in het Onderwijsblad