Tortilla Aujjar
In de roman ‘Tortilla flat’ van Jonh Steinbeck beargumenteren de personages alles wat recht is krom. Bijvoorbeeld: Twee nozems wonen in een huis van hun vriend, maar ze betalen geen huur. Op een dag vraagt de huisbaas wat geld, omdat hij een doos bonbons wil kopen om indruk te maken op een vrouw.
De wanbetalers komen tot de conclusie dat chocola niet deugt voor de mens, en een gallon wijn een veel mooier cadeau is voor een dame. De niet-betalers kopen de wijn en besluiten vervolgens die niet aan hun vriend/verhuurder te geven. ‘Als hij eenmaal met drinken begint, weet hij niet van ophouden,’ waarna ze hun jampotten met drank klinken. En zo gaan de hilarische drogredenen eindeloos door.
Op de website van het Algemeen Dagblad las ik over een minister die zomaar een personage van Steinbeck geweest zou kunnen zijn.
Ik doel op de Marokkaanse minister van justitie Mohamed Aujjar. Hij had ruzie gekregen met minister Stef Blok in New-York. Rondom een VN-ontmoeting zei Aujjar, dat Nederland zich niet moet bemoeien met de Opstand in de Rif, omdat het een binnenlandse aangelegenheid is. Enfin, de bekende riedel, waar weinig van klopt.
Ten eerste: Marokko bemoeit zich de hele tijd met Hollandse zaken. De koning betaalt zelfs mee met de bouw van een moskee in Amsterdam. Er worden voortdurend imams naar Nederland gestuurd, bij voorkeur in de vastenmaand. PvdA-kamerlid en voorzitter van de Kamer Arib zat in een Marokkaanse commissie over Marokkaanse-Nederlanders, onder leiding van de Marokkaanse koning. Medewerkers van Marokkaanse consulaten en ambassade pakken ongevraagd het woord op Berberavonden. Ik kan nog wel even doorgaan, maar we zijn niet in het café.
Terug naar minister Aujjar. De botsing met Blok leidde ertoe dat hij de geplande ontmoeting met minister van justitie Ferdinand Grapperhaus afzegde. Ook kwam hij niet opdagen bij de Kamercommissie, een veertigtal Rifactivisten wachtten tevergeefs op de ondemocraat. Hij probeerde door zijn afwezigheid een punt te maken, het bleek een vlek.
Het argument dat Nederland zich niet met Marokko mag bemoeien is ondoordacht, om niet te zeggen, onbenullig.
In Nederland wonen Marokkaanse-Nederlanders. Sommigen van hen maken zich zorgen om de situatie in de Rif, waar repressie heerst, het verboden is om te demonstreren en andere dictatoriale uitingen zich zonder schaamte tonen.
Aangezien die Marokkaanse-Nederlanders ingezetenen zijn van dit land luistert de staat naar hun zorgen. En deze zorg wordt door de minister van buitenlandse zaken overgebracht.
Verder is het zo dat die Marokkaanse-Nederlanders volgens Marokko een Marokkaanse nationaliteit, dus ze hebben alle recht om zich met hun land te bemoeien.
Nog wat verder: waarom mogen non-gouvernementele organisaties als Amnesty International en journalisten de Rif niet in?
Mijn hemel, je zou de Marokkaanse politiek maar moeten verdedigen. Net zo onnavolgbaar als de Tortilla flat.
Asis Aynan