Op straat zie ik steeds vaker spijkerbroeken met gestreepte scheuren op de knieën. Bij het lopen lijken het tandeloze monden, die open en dicht gaan. De broekscheurtjes doen mij denken aan de konijnen die we vroeger in de douche slachtten.
De diertjes kochten we bij een boer in Cruquius, een piepklein dorp met een groot stoomgemaal De boer heette Mulder. Om de paar woorden rochelde hij er een scheldwoord uit. Mulder had last van wat ik de Volendamse tegenstrijdigheid noem. In 2010 stemde 30 procent van het vissersdorp op de PVV, bij de Europese verkiezingen van 2009 was dat zelfs bijna de helft.
In Amsterdam, of welke grote Hollandse stad dan ook, zie je dat Volendamse visboeren leven van de migrant. Dankzij de Chinezen, Marokkanen en Surinamers bestaat er nog zoiets als een Volendamse visserseconomie. En ondertussen stemde het vissersdorp massaal op de ani-migrantenpartij. Een reden voor de Volendammers op de PVV te stemmen is de de angst om de eigen identiteit te verliezen in een mondialiserende wereld – de garnalen die door de Volendamse vissersvloot zijn gevangen in Marokko laten pellen, zeg maar. Die visserij vormt een van de belangrijkste onderdelen van de Volendamse identiteit. De migrant houdt dus niet alleen het dorp financieel in leven, dankzij diezelfde migrant bestaat de Volendamse cultuur.
Ik weet niet of Mulder op Wilders’ partij heeft gestemd, geen idee of hij überhaupt nog leeft, maar als hij op de wereld tufte, ging het vaak over onze achtergrond, én het waren de Marokkanen en Turken die de moestuinen van hem huurden, konijnen, kippen, schapen, geiten en tweedehands fietsen van hem kochten. Hij was ondernemer en het maakte niet uit hoe hij zijn zak werd gevuld, ook al kwam het van hen die hij verafschuwde. De Volendamse tegenstrijdigheid.
De geslachte konijnen bloedden dood onder de bademmer waar de kinderen in werden gewassen. Dat was het verschil tussen leven en dood; in of onder de emmer.
Als het konijn het gevecht van de dood had verloren was het zaak om zo snel mogelijk het dier van zijn vacht te ontdoen. Een dierenjas van een koud lichaam trekken is niet te doen. In beide achterpootjesknietjes werd een snee gemaakt, waarna de vacht in een ruk van het konijnenlichaam werd afgestroopt.