Wintersleep
Sinds enkele jaren draait de bioscoop bij mij in de straat, The Movies, in de zomerweken de ‘beste’ films van het afgelopen cinemaseizoen. Een mooi project, dat nog heel lang mag bestaan. Ik keek er Wintersleep.
De oud-acteur M. Aydin legt zich toe op het schrijven van editorialen, waarin hij zijn levensfilosofieën uiteenzet. De artikelen worden geschreven in een prachtige schrijverskamer vol met spulletjes, die vol woorden en geschiedenissen zitten. Zijn streven is om De geschiedenis van het Turkse theater te schrijven, het is klaar, in zijn hoofd, op papier staat nog geen woord. En dit lijkt de premisse van de film: In Aydins binnenwereld is alles op orde, daar buiten wil het niet vlotten.
Aydin is het kind van een huizenbezitter en hoteleigenaar, waar hij op het eerste gezicht zich nauwelijks mee bemoeit. M.Aydin is gemaakt voor de kunsten en niet voor de dorpseconomie, die de niet-gegoede burger uitwringt en zijn waardigheid afneemt. De omgeving, de steppe, waar de acteur zijn hersenspinsels op papier probeert te formuleren is idyllisch, en is de juiste plek waar een auteur de grote schrijver in zichzelf kan ontdekken.
Maar Aydin bakt niets van het leven. Hij bezit geen oorspronkelijke ideeën, is mislukt in het theater, het geld waar hij op zit, is gemaakt door zijn overleden vader, en zijn schone vrouw is niet door de liefde veroverd, maar door zijn geld. Zolang hij geen weerwoord krijgt is hij de goedheid zelve, maar wie tegen hem ingaat, ontvangt wrok en boosheid.
De indrukwekkendste scene uit Wintersleep is als Aydin een nacht doorbrengt bij zijn vriend de psycholoog. Ook op bezoek is Vulent, die Aydin steeds Bulent noemt. Vulent is docent en zamelt samen met Aydins vrouw geld in om krakkemikkige dorpsschooltjes op te knappen. Aydin is bang zijn vrouw aan de leraar te verliezen en verafschuwt hem.
Het drietal drinkt cognac en rode wijn, er ontstaat een misverstand, waarna Aydin over moraal begint. De leraar biedt zijn excuses aan, maar voor hij zijn roes gaat uitslapen, citeert hij Shakespeare, dat moraal bedacht is door lui als Aydin voor mensen als hij. De situatie, het citaat, en de harde klap op de salontafel; het is goud.
Het deed mij denken aan een vraaggesprek tussen schrijver Hafid Bouazza en mij eerder dit jaar in de Amsterdamse balie. Ik zei dat schrijvers als Bouazza in een bepaalde periode belangrijk voor mij waren; ik las en ze inspireerde mij. Ik gebruikte daarbij het woord generatie. Hafid Bouazza vond het woord generatie misplaatst, omdat iedereen een individu is. Op de eerste rij zat een andere schrijver: Rashid Novaire. Zijn hoofd werd ook gewassen. Novaire vertelde zijn individuele beleving van de literatuur, dankzij haar kon hij over alles schrijven. Novaire verwees naar zijn roman Het lied van de rog, die zich in het China elf eeuwen voor Christus afspeelt. Bouazza kon zich niet voorstellen dat het een goed boek was.
Het verschil tussen M.Aydin en Milan den Hartog is groot, het hoofdpersonage uit de nieuwe roman Zeg maar dat we niet thuis zijn van Rashid Novaire. Milan is uitvaartmedewerker en probeert zijn baan bij begrafenisbedrijf Noorderzon en Zonen op te zeggen. Hij wil een bedrijfje opzetten in bedjassen, een jas die je in bed draagt, maar het universum heeft beslist dat Milan nog enkele uitvaartklussen moet klaren.
De Koerd M. Jahangir is tijdens het scheren overleden aan een hartaanval en wacht ongebalsemd in de koelcel naar Iran vervoerd te worden. Een stoffelijk overschot naar het buitenland vervoeren is eenvoudig, maar dan moeten de papieren kloppen. Mohammed Jahangir is een Iraanse Koerd, maar in zijn papieren staat dat hij een Iraakse Koerd is. Toen Jahangir naar Nederland kwam, loog (witte leugen) hij tegen de IND, zodat hij meer kans maakte op asiel. Vanuit de koelcel doet de dode Mohammed via de mail een beroep op Milan om hem te helpen. Maar de berichten komen niet aan, omdat Milan een uitstekende spamweerder heeft.
Aydin uit Wintersleep richt zijn leven in naar de algemene normen en waarden, eigenlijk heeft hij geen mening. Hij heeft een slecht huwelijk, maar laat zijn vrouw niet gaan, omdat scheiden indruist tegen de heersende norm. Milan den Hartog heeft daarentegen een authentieke geest. De concepten hetero en homo moeten onderzocht worden, en een relatie hebben is geen vast gegeven; je moet er klaar voor zijn.
“Misschien moest ik nu een keer iets veel groters in bewaring nemen. Iemands hart. Voor langere tijd. Alle dingen doen die bij relaties hoorden: ruziemaken, herenigd worden, samen hele weekenden doorbrengen en ook nog afspreken doordeweeks.”
Het lijkt of Rashid Novaire in de e-mails die Mohammed Jahangir naar Milan stuurt zich heeft laten inspireren door de schrijfstijl van Kader Abdollah.
“Wat is Nederland precies, dacht ik weleens. Maar ik liet het bij die gedachte terwijl ik de Nederlanders begluurde.”
Zeg maar dat we niet thuis zijn is een prachtig liefdevol boek. Het is Novaires zesde boek en zijn beste.
Wintersleep draait nog tot 20 augustus in The Movies