Eten met een diepe grommm
‘Mijn knieën, vrouw, mijn knieën trillen weer.” Als vader deze woorden tegen mijn moeder sprak, dan wisten we thuis dat hij heel snel iets te eten moest hebben. Mijn moeder gooide dan in een handomdraai een paar entrecotes in een steelpannetje. Als kind begreep ik niet hoe ze in staat was mijn vader in een paar minuten zulke heerlijke gebraden lapjes voor te zetten. De plek waar de hompen vlees in plastic zakken waren gedraaid, bevond zich namelijk in een grote diepvrieskist op de tweede verdieping. Jaren later viel het kwartje. Het witte schoteltje met daarop een stapeltje ontdooid vlees dat achterin de koelkast was weggestopt, was bedoeld om vaders hongerklop te stillen.
Wanneer vaders knikkende knieën door entrecotes werden bestreden, dan was het alsof het niet mijn vader was die at. Hij maakte tijdens het eten een mmm-geluid, een soort grom die van diep kwam. En dan die kaken. De onderkaak draaide onophoudelijk cirkels. Ik kon helemaal verdwijnen in die hypnotiserende maalbewegingen.
Na de dood van mijn vader zag ik nimmer iemand op eenzelfde manier zijn vlees fijnmalen. Totdat de documentaire Ik kom altied weer terug op de televisie werd uitgezonden. Regisseur Frank van den Engel toont ons in de film het leven van Bennie Jolink; een gevecht tussen een rockersbestaan en een zachtaardige huisman. In een van de scènes komt de zanger van Normaal na een optreden behoorlijk aangeschoten thuis. Zijn vrouw heeft in de keuken een nachtsnack voor hem achtergelaten. Hij schenkt met moeite wijn in, het glas vol, de knieën nog wiegend op het ritme van de muziek. Wat daarna volgt, laat zich alleen maar door de volgende woorden omschrijven: de allermooiste kauwscène ooit.
Normaal trad eind augustus op in een feesttent in het Westfriese Midwoud, al 25 jaar vaste prik. Ik had Normaals management wijsgemaakt dat ik Bennie Jolink wilde interviewen. Na het optreden liep ik de geïmproviseerde artiestenkleedkamer binnen met een langwerpige aluminiumschaal. Bennie Jolink zat onderuitgezakt in een ruitjespak. Ik bedankte de band voor het optreden en vertelde dat ik iets lekkers bij me had. Ik ontblootte de schaal; ik had bij de Marokkaan allerlei soorten gegrild vlees gehaald. Door de roes van het optreden keek niemand op van het geschenk, behalve Bennie Jolink. Na het zien van het vlees ging hij rechtop zitten. Zijn knieën gingen heen en weer. Toen ik voor de formaliteit mijn opnameapparaatje tussen de bierflesjes legde, merkte ik dat mijn hand trilde. Het idee dat het zo zou gaan beginnen, maakte me zenuwachtig. Ik kon elk moment mijn vader weer ontmoeten. Bennie Jolink stopte een stuk vlees in zijn mond. Ik probeerde niet te opzichtig naar zijn mond te kijken. Het lukte niet. Ik probeerde een vraag te verzinnen. Ook dat lukte niet. Alles wat ik bedacht werd direct vermalen.Maar het gaf niet. Ik kreeg wat ik wilde: prachtige kaakbewegingen.
Asis Aynan
NRC Handelsblad, Achterpagina, 1 oktober 2010