It Bûsboekje
Een paar weken geleden was ik in Leeuwarden. Op de avond dat de Culturele Hoofdstad 2018 werd geopend, was in de schouwburg de finale van het Leeuwarder Cabaretfestival. Mijn vriendin had twee weken daarvoor het slotdeel van het festival gehaald.
In een volle middenzaal won ze het Leeuwarder Cabaretfestival. Aan het boeken van een overwinning is niet veel leuks. De triomf zorgt wel voor euforie, waarmee je weinig aan kunt, omdat het deurtje van die stemming zeldzaam opengaat. Je kunt je slechts overgeven aan de zindering van de geest.
En winnen betekent vooral dat het voorgaande wordt afgesloten. Het nieuwe, of beter gezegd, het vervolg pad moet betreden worden.
De volgende dag was de euforie getemperd en liepen we hooggestemd naar het voormalige postkantoor, waar nu een grandcafé is gevestigd, om de juryprijs en de publieksprijs met een lunch te vieren. De tante van mijn vriendin schoof aan. En gaf mij het Bûsboekje 2018 cadeau, de Friese zakagenda.
De tante uit Leeuwarden zit in de redactie (redaksje) van het Bûsboekje. Ik bladerde door het agendaatje. Freed is vrijdag, sneon is zaterdag en snein is de eerste dag van de week. Het is trouwens vreemd dat zondag als de eersteling van de week wordt beschouwd. In het Bûsboekje, net als in iedere agenda, is zondag de laatste dag van de weekpagina. Misschien moet je christen zijn om zondag als de eerste dag van de week te voelen, maar waarom ga je dan rusten op dag nummer één van de week?
Enfin.
Op iedere weekpagina van het Bûsboekje staat een aforisme of gezegde. Deze week is dat: Eagen sprekke oeral deselde taal. Ik stopte ‘eagen’ in de vertaalmachine van de website oersethelp: ogen.
In de zakagenda staan ook organisaties die zich sterk maken voor de Friese taal en cultuur, poëzie, informatieve websites, en heel sympathiek: de taal fan gebearten. De dagen, weken en maanden worden in gebarentaal getoond. En de horenden krijgen gebarentaalles: koffie, thee, melk, moeder, poes.
Maar er is een helaas, sinds een paar jaar gebruik ik geen papieren agenda meer, alles gaat, hup, in de telefoon, die in mijn zak zit. Ik ben het verleerd naar een agenda te grijpen om een afspraak, opmerking te noteren, of te zien waar ik naartoe moet. Ik kan niet zeggen dat de elektronische agenda handiger is, sterker; alle genoteerde afspraken die voorbij zijn, verdwijnen uit het telefoongeheugen.
Op deze eerste of laatste dag van de week denk ik, morgen ga ik het zakagendaatje gebruiken, maar “kaekelen kan iederiene, mar eierleggen?” ( gezegde van week 28).
Asis Aynan