Schuld
Bij ons op de opleiding besteden we veel aandacht aan de schuldhulpverlening. Het onderwerp wordt vanuit het recht, schrijven, spreken en de sociale wetenschap benaderd. Ik ben daar altijd blij en zelfs in zekere zin trots op geweest, omdat de maatschappij het klaslokaal binnenkwam in de vorm ervaringsdeskundigen en casuïstiek in plaats van enkel getheoretiseer over de praktijk.
De laatste jaren is er aandacht voor de psychologische kant van de schuldenaar. Psychologen trokken verbijsterende conclusies dat problematische schulden je mentaal en fysiek ziek kunnen maken en zelfs je IQ doen zakken.
Toch ben ik na het zien van de Tegenlichtdocumentaire Kloofdichters en het lezen van het toegankelijke essayboek Beledigende broccoli van Tim ‘S Jongers gaan twijfelen of we er wel goed aan doen om onderwijs aan de schuldhulpverleningspraktijk te besteden. Want het voelt plots dat we ons voor een bepaald karretje hebben laten spannen.
Ik bedoel; het leek mij goed dat onze studenten taal aangereikt krijgen uit onder andere de psychologie en ze zo weten dat de breedbandte van hun toekomstige cliënten door de schulden maar een beperkte capaciteit kan hebben. Maar een van de leerpunten uit de Tegenlichtuitzending en Beledigende Broccoli is dat wetenschappers regelmatig naar informatie hengelen in de wijken waar de schuldenaars wonen om vervolgens nooit meer bij hen terug te komen en ondertussen ergens een theorie publiceren die de schuldenaren niet vooruithelpt, maar de wetenschapper des temeer omdat het naar een volgende projectsubsidie leidt.
Zijn wij docenten uiteindelijk niet weer vage theorieën gaan overdragen, want wat heeft het eigenlijk voor nut dat onze studenten hun cliënten als een soort oude oververhitte computer met slecht internet moeten behandelen? Eigenlijk is het heel erg dat we de mens met schuld in het klaslokaal als ziek, dom geworden en enigszins gestoord afschilderen.
Het enige wat duidelijk gestoord is: je wordt uitgeleverd aan incassocowboys zodra je niet voldoet aan de financiële voorwaarden van de overheid en bedrijven. Met een beetje pech kom je dan vervolgens bij de door mij opgeleide schuldhulpverleningsstudent terecht.
Ik vrees dat onze aandacht voor schulden deel uitmaakt van de perverse schuldhulpverleningsindustrie.
Weg trots.
Na de Tegenlichtdocumentaire afgelopen was, ging de deurbel. Het was laat, het vroor en we verwachtten geen bezoek. Voor de deur stond een man grijs en stijf van de kou. Hij verkocht huis-aan-huis zijn zelfgemaakte ansichtkaarten.
Op het internet zag ik dat hij tekenaar en schrijver is. Ik weet niet of de kunstenaar door armoe of schulden moet venten maar het was vast niet zijn droom om op die manier aan zijn dagelijkse kost te komen, net als het nooit de bedoeling had mogen zijn dat het onderwijs deel uitmaakte van zo een schuldige industrie.
Asis Aynan
Bovenstaande column verscheen in het aprilnummer van het Onderwijsblad.