Stille minderheid
Journalist Marije van Beek van Trouw belde om te vragen of ik mee wilde werken aan de interviewserie De appel en de boom. In de serie worden ouder en kind aan het woord gelaten over hun islambeleving. Ik bedankte en vertelde dat de islam naar de zijkanten van mij leven is gedreven en yemma gruwelt van media-aandacht. Ook zal ik nooit publiekelijk met mijn moeder iets ondernemen. Ik weet dat er regelmatig ouder-kindboeken, programma’s en interviews verschijnen, en daar kijk ik met gêne naar. Het voelt als familietje spelen.
De sympathieke journalist begreep het.
Dat weekend las ik een interview met twee meisjes die niet (meer) geloofden in de regels en de geest van de islam. Een van de meiden is zeventien jaar, woont thuis, drinkt, en draagt een hoofddoek. Het is een adolescent die het niet op orde heeft. Hopelijk laat de gekte haar met rust.
Ik ken haar en gelukkig stond ze niet met volledige naam en foto in de krant – lees: op het internet. Het geloof van je ouders ontmaskeren is een ontdekking van Columbusachtige proporties, die nieuwe wereld boezemt grote angsten in. Daarna volgt een verwarrende zoektocht, die jaren duurt. En om dan gedurende dat proces het gezicht te zijn van iemand die de islam dag heeft gezegd, destabiliseert de onstabiele positie verder.
Enkele dagen later belde het televisieprogramma De nieuwe maan. Een redacteur nodigde mij uit te spreken ‘over het verlaten van de islam’. En weer bedankte ik de uitnodiging.
De redacteur deed haar best haar frustratie te verbergen.
Niemand wilde meewerken. De meesten omdat ze bang waren als niet-gelovige op televisie te komen. Ik vertelde dat ik die angst absoluut niet heb, maar dat de islam echt verleden tijd was. Ik heb geen zin tijd te besteden aan iets wat ik achter mij heb gelaten. “Binnenkort verschijnt er een nieuw deel in de Berberbibliotheek, als jullie dat aandacht geven, dan kom ik zeker.” Ik keek of ik nog iets positiefs aan het gesprek probeerde over te houden.
De redacteur zei dat ze ook geen moslim meer was en ooit een geestverwant las in een tijdschrift. Ze mailde die geestverwant en bedankte haar. Ze voelde zich niet meer alleen. Ik zou die rol ook kunnen vervullen voor de stille minderheid.
Ik fietste later die dag langs het Museumplein en zag dat het plein weer van iedereen was. Een paar weken geleden stond daar de stille meerderheid.
Een stille meerderheid en een stille minderheid ze bestaan niet. Wie dat wel denkt, gelooft in wat hij wil zien.
Asis Aynan