Toon ons andere films
Op de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening, waar ik werk, geef ik in periode III het vak Rapporteren. Ons jaarrooster werkt met trimesters, beter gezegd: de vier onderwijsblokken bestaan ieder uit tien weken.
De studenten leren bij Rapporteren hoe in een burenruzie de hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden en dat in foutloze en klare taal op te schrijven. In het uiteindelijke rapport laat de student zien wat buur A en buur B afzonderlijk over hun ruzie te zeggen hebben en in het laatste deel toont de leerling zijn analyse en advies.
Het corrigeren van de rapporteren is topsport, omdat de docent op verschillende niveaus nakijkt: taal, vorm en inhoud. En onder nakijken wordt niet enkel verstaan dat je fouten fout rekent, er moet ook commentaar worden geleverd, zodat de student weet wat en hoe het de volgende keer beter moet. Ik kijk daarom enkele rapporten per dag na. Nooit meer dan zeven.
Op een van die nakijkdagen rukte ik mij weg van het nazien en gunde mezelf op het midden van de dag een bioscoopfilm. Op de website van Cineville las ik over de film Sofia: ‘een onsentimentele vertelling over een jonge Marokkaanse vrouw die de gevolgen moet dragen van een buitenechtelijke zwangerschap.’ Op mijn fiets toog ik naar de middagfilm.
Sofia opent met het wetsartikel 490, waarin wordt verordent dat je buiten het huwelijk geen seks mag hebben. Op gemeenschap staat een maand tot een jaar gevangenisstraf. Daarna belanden we bij een gezellige lunch: de familie waarin het drama plaatsvindt. Ik merk direct weerstand, omdat ik niet geloof waar ik naar kijk: in huiselijke sfeer wordt Frans gesproken. Zeker, het Frans is grondwettelijk een van de talen van Marokko, Frankrijk heeft het land in het verleden bezet, en daardoor zijn er nog altijd francofone Marokkanen, zoals de koninklijke familie. Mijn armen gaan in de bioscoopstoel over elkaar en weet dat het een lange zit wordt.
Sofia loopt naar de keuken en daar breken haar vliezen. Ze is verkracht door een huisvriend, die in de salon zijn lunch met Crush (een bekend Marokkaans drankje) wegspoelt. De thema’s die regisseur Meryem Benm’Barek aan de kaak stelt zijn aan de orde van de dag. Het misbruik van vrouw, kind én man is in het land enorm. De seksuele moraal is in Marokko al eeuwen totaal ontspoord, waardoor alle mogelijke seks wordt afgedwongen en te koop is. Lees van Jan Hanlo het boek Go to the mosk dat in 1971 verscheen en de Marokkaan als sekspop portretteert.
Waar geen moraal is, bepaalt de markt.
Het vakantieland staat niet voor niets bekend als klein Thailand. In de op het eerste oog onschuldige advertenties van de reisorganisatie Kras worden via neerlands kranten toeristen met de tekst ‘Magisch Marokko’ verleid. In die twee woorden zit de duizend-en-een-nacht fantasie verborgen, dat alles mogelijk is. Alles.
Aan de vooravond van Sofia’s gearrangeerde huwelijk dringt haar Europese nicht er bij haar moeder op aan deze waanzin te stoppen. De georganiseerde echt is niet met de zedenpleger, maar met een jongeman uit het slop – een ongeloofwaardige keuze. De nicht trekt mokkend voor de spiegel een te grote Marokkaanse kaftan aan. Haar moeder geeft de dochter een lesje Marokko, dit huwelijk is het beste voor beide partijen. De nicht laat zich verloren vallen op een enorm luxueus bed. Wat de regisseur ons wil vertellen met de kaftan op een Hästensbed is mij een raadsel.
Het is duidelijk dat deze film is gemaakt voor de Europese markt, zoals bij een tajine, is alles in een pot gegooid. De regisseur heeft de hoofdzaken niet van bijzaken gescheiden. Als Sofia een rapport was, werd het met een onvoldoende beoordeeld.
***
Maanden na het zien van Sofia kreeg ik een mail van Cineville met de vraag of ik mijn abonnement wilde laten doorlopen, want op die manier kon er ondanks de coronacrisis toch nog geld naar de filmhuizen, want ‘90 procent van de inkomsten van de Cinevillepas gaat naar de filmtheaters.’ Nou als negentig procent van mijn maandelijkse 21 euro naar plekken gaat die ik in mijn hart heb gesloten, zoals The Movies, Het Ketelhuis en Rialto, dan had ik daar geen enkel probleem mee.
Wie zijn maandgeld laat afboeken krijgt toegang tot Vitamine Cineville, films die eigenlijk in de bioscoop hadden moeten draaien. Een soort bioscoop op afstand, net als mijn onderwijs.
Ik zag de documentaire King of the cruise, een ongewoon portret van het fenomeen de cruise en een van haar passagiers, tot tranen toe beroerd door het mooie Kapsalon Romy, dat maar weer eens bewees dat de goeie Nederlandse film geen grotemensenfilm is, en ik keek het teleurstellende L’illusioniste.
Ik was verheugd dat er op de vitaminepagina ook films uit Noord-Afrika werden geplaatst. Zoals Noura’s dream geregisseerd door de Tunesische Hinde Boujemaa, waarin Noura en Lassad met elkaar willen trouwen. Het wachten is dat Noura’s scheiding door de rechtbank wordt uitgesproken. De man van Noura zit vast, maar krijgt onverwacht gratie ‘en eist direct zijn plaats in het gezin op’.
Noura’s dream is misschien niet zo tenenkrommend als Sofia (het was echt erg), want het spel van de acteurs is prima, maar alle personages zijn in een vorm gegoten dat ze nooit boven het stereotype uitstijgen.
Waarom krijgen we geen andere films te zien? Een van de spannendste delen van de wereld is Noord-Afrika, waar revoluties plaatsvinden op het gebied van taalkeuze, emancipatie, religie, cultuur, het omverwerpen van dictaturen en waar kijken we naar in de ‘bioscoop’? Platheid. Want in Noura’s dream kunnen we lekker boos worden op boze mannen en meevoelen met de onderdrukte vrouw. Noord-Afrika is zo veel meer.
Ik zie dat er een Algerijnse film is toegevoegd op Vitamine Cineville: Papicha van Mounia Meddour. Een studente droomt ervan styliste te worden, maar wordt door religieuze fundamentalisten tegengewerkt. De studente recht haar rug en organiseert een modeshow. Dat zal wel weer een gênante parade zijn.
Toon ons andere films, Cineville!
Asis Aynan